187 13 MAART 1975 lijkheid van de gemeente te geschieden. De minister kan ambtenaren van de R. P. D„die onder zijn verantwoordelijkheid staan, aan de ge meente "uitlenen" om, als de gemeente daarmede instemt, hun me dewerking aan het onderzoek te verlenen. Omdat dit onderzoek onder verantwoordelijkheid van de gemeente Breda moet geschieden kunnen wij ook een ambtelijke stuurgroep instellen. De heer CRUL: U hebt naar voren gebracht dat zuinigheid met ini tiatiefvoorstellen moet worden betracht. De drie initiatiefvoorstellen van onze fractie getuigen natuurlijk niet van zuinigheid, maar alle drie de voorstellen zijn ons ingegeven door onze opvattingen over on ze verantwoordelijkheid ten opzichte van de stad. Bij de belangrijke aangelegenheden, welke aan de orde zijn, moet naar mijn opvatting zeker de mogelijkheid tot het indienen van initiatiefvoorstellen aan wezig zijn. De heer Geene is ingegaan op mijn opmerking, dat dit een belang rijke fase in de besluitvorming over de Haagse Beemden is. Hij gaat dan terug naar de belangrijke bijeenkomst in Teteringen over de annexa tie, Daar zijn zeker met de randgemeenten goede contacten gelegd die in de daarop volgende besluitvorming een belangrijke rol hebben gespeeld. Ik geloof dus niet dat daar het knelpunt ligt. Wat de annexa tie betreft heeft het knelpunt daar wel gelegen en dat is later ook uit gemond in het niet doorgaan van de annexatie, maar het tot ontwikke ling brengen van de Haagse Beemden is door zoveel latere dingen be ïnvloed dat de beslissing over de annexatie daar op dit moment geen rol meer bij speelt. De heer Geene heeft gezegd dat ook het C. D. A. een voorbehoud heeft gemaakt. Dat is inderdaad het geval geweest; men heeft voor waarden ten aanzien van de financiële- en inspraakmogelijkheden ge steld en ik meen zelfs dat een voorwaarde ten aanzien van de stede- bouwkundige mogelijkheden gesteld is. In dat verband begrijp ik de opmerking van wethouder Van Dun, dat wij daar in april besluiten over gaan nemen, niet zo best. Wij hebben daar al eens over nagedacht en wij begrijpen eigenlijk niet welke besluiten in april genomen zouden moeten worden. Er zijn principebesluiten genomen, het college heeft daarover uitvoerig met de provincie geconfereerd en in de brief van 25 november heeft het zijn financiële eisen met alles wat daarmee samen hangt duidelijk aan de minister kenbaar gemaakt. Er heeft zich geen enkele nieuwe ontwikkeling voorgedaan behalve het feit dat de minis ter een voorbehoud maakt en naar onze mening om een heroriëntatie vraagt. Wij zien de zin van de raadsvergadering van april op dit mo ment niet in, maar als de voorstellen ons bereiken zullen wij daar wel licht nog nader op ingaan. Wethouder VAN DUN: In de brief van de minister staat: "Gaarne zal ik van u een verzoek om financiële steun ontvangen". Betekent dat dan dat dit een bevoegdheid van het college, buiten de raad om, is? De heer CRUL: Dat heeft ook te maken met mijn eerste algeme ne opmerkingen. Zonder de raad vooraf in te lichten hebt u een brief verzonden en u meende daarbij namens de meerderheid van de raad te handelen. Naar onze mening had u de brief op dat moment niet moeten verzenden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 187