188 13 MAART 1975 Wethouder VAN DUN: Dit is een volstrekt verkeerde voorstelling van zaken. De raad heeft ten principale de beslissing genomen de uit bouw van Breda in de Haagse Beemden conform het streekplan te loka liseren en ik heb u duidelijk gezegd dat wij ons, om bij de raad terug te komen en de aanvaardbaarheid van het plan te laten zien, met de provincie en de minister moesten verstaan. Anders kunnen wij toch niet bij de raad terugkomen? De heer CRUL. Ik ben blij dat u onze stelling, dat de vergadering van april voor zover dat nu kan worden bezien helemaal geen zin heeft, onderschrijft. Wethouder VAN DUN: Hier is niets meer aan te doen! De heer CRUL' Er is zeker niets meer aan te doen, want u hebt namens de meerderheid van de raad zaken gedaan, in feite reeds voor dat de minister daar om had gevraagd. Het is zeker niet zo dat wij er spijt van hebben dat wij niet in het college vertegenwoordigd zijn. Wij hebben duidelijk geformuleerd op grond van welke motieven wij niet aan het dagelijks bestuui wilden deelnemen en het optreden van het college op punten, waarover wij volstrekt van mening verschillen, heeft ons in de opvatting versterkt dat wij er niet in thuishoren. Wat de Haagse Beemden betreft krijgen wij in de commissie na tuurlijk gelegenheid voor inspraak, maar het gaat mij erom dat het college, bestaande uit C. D. A. en V. V. D,weigert serieus te bezien of de door de P. P. R. ingebrachte suggesties van waarde zijn en in een besluitvorming kunnen worden meegenomen. De heer TEN WOLDE- Zou de heer Crul exact kunnen aangeven waaruit blijkt dat het C. D. A. en de V, V. D. niet alle factoren over wegen, die bij de besluitvorming over de Haagse Beemden een rol kun nen spelen? De heer CRUL: Ik mag de heer Ten Wolde naar de nota verwijzen, waarin wij hebben gesteld dat nog een aantal dingen moet gebeuren en dat onderzoeken moeten plaatsvinden. Steeds is op de door ons inge brachte alternatieven ingegaan zonder dat er serieus aandacht aan is besteed, dat zal in de verdere behandeling ten aanzien van de militai re terreinen wel blijken. Mevrouw jaGER-MIDDELBEEK De heer Crul kan dat nu wel denken, maar het is gewoon niet waar. Hij kan absoluut niet beweren dat wij geen studie van de Haagse Beemden maken, want wij doen niet anders. Wij lezen ons een aap! De heer CRUL: Er is geen twijfel aan, dat -- zeker door de betrok ken commissieleden uitdrukkelijk studie wordt gemaakt. Het gaat om de vraag welke invloed de door ons gedane voorstellen in de be sluitvorming hebben en die invloed is, zeker wat het onderzoek van de alternatieven betreft, nihil. Het college is van mening dat er van "verifiëren" sprake is en daarover zal wel verschil van mening blijven bestaan. Wij hebben duidelijk begrepen dat heroriëntatie noodzakelijk is en dat dingen, die helaas op dit moment niet door het college worden gezien, in stu die moeten worden genomen. Die heroriëntatie is voor een belangrijk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 188