192
17 MAART 1975
tieke kader past, het discussieren over de bestemming van de Haagse
Beemden zonder het gebied op dit moment in eigendom te bezitten.
De discussie over de bestemming van deze terreinen in het kader van
de binnenstadsvernieuwing moet gewoon doorgaan, maar tegelijker
tijd dienen wij op 1 september te weten of de discussie over de functie
van de militaire terreinen al of niet in de lucht hangt. Dan moet be
kend zijn in hoeverre deze discussie op reèle mogelijkheden is geba
seerd. Om deze discussie zo doeltreffend mogelijk te laten verlopen
dienen alle betrokken partijen rond de tafel te gaan zitten. Wat Breda
betreft zijn dat- stadsontwikkelaars, financiële deskundigen en stede
bouwkundigen, vertegenwoordiger van het ministerie van Defensie,
vertegenwoordiger van Volkshuisvesting -- als het gaat om een bijdra
ge in het kader van de binnenstadsvernieuwing -- en vertegenwoordi
gers van de dienst der Domeinen, ressorterend onder het ministerie van
Financiën. Deze groep moet aan het werk en wanneer op 22 september
in deze raad een beslissing genomen gaat worden over de binnenstad
is in ieder geval aan een belangrijke randvoorwaarde voor de discussie
voldaan. Ook wanneer wij zelf een oordeel willen vormen zijn wij ge
baat bij een dergelijke wetenschap. Ik meen het hier voorlopig bij te
kunnen laten.
De heer GEENE- Donderdagavond zijn de bestuurlijke kanten, die
aan de eerste twee initiatiefvoorstellen zitten, duidelijk naar voren
gekomen. Als de heer Beckers zegt dat het onderhavige voorstel geen
politieke achtergrond heeft kan ik niet anders dan daaraan twijfelen
en het zal u direct duidelijk worden om welke reden ik dat doe. Hij
vraagt de andere fracties medewerking aan dit initiatiefvoorstel te
verlenen, maar blijkbaar wanhoopt hij nu al aan die medewerking.
Wij zullen het straks wel zien als er reële voorstellen op tafel liggen.
Het is bekend dat het college met Defensie onderhandelt en dat wordt
getracht de wederzijdse wensen te formuleren. Bovendien verschijnt
er binnenkort ook de heer Beckers heeft dat zoëven gezegd -- weer
een volgende rapportage over de binnenstad. Ik kan mij gewoon niet
voorstellen dat in die rapportering voorbij gegaan zou worden aan de
militaire objecten. Het lijkt mij dan ook veel juister de verdere ont
wikkelingen af te wachten, als er op dit ogenblik reeds een onderzoek
wordt ingesteld, waarom zouden wij ons dan nog die inspanning ge
troosten? Ik weet zeker dat degenen, die er nu aan werken, dat min
stens even goed kunnen doen als wij. Wij hebben vooralsnog geen en
kele aanleiding om te twijfelen aan de juiste aanpak van het binnen
stadsplan, want de militaire objecten werden in de vorige rapportage
betrokken en dat zal ook in de volgende zeker het geval zijn.
Onder I van het initiatiefvoorstel wordt gezegd dat de overdracht
tegen gebruikswaarde zou moeten geschieden. Het moet de initiatief
nemers toch bekend zijn dat verwerving op deze basis wettelijk ge
woon niet mogelijk is. Er is geen rekening gehouden met het feit dat
wij hier zowel met een eigenaar als met een gebruiker te maken heb
ben, namelijk Domeinen als eigenaresse en Defensie als gebruiker.
Dat betekent dus dat bij aankoop het geld in de kas van het departe
ment van Financiën vloeit en dat ten laste van de Defensiebegroting
nieuwe objecten moeten worden gebouwd. Afgezien van alle andere
motieven lijkt deze situatie mij niet bevorderlijk voor een vrijwillige
overdracht door Defensie. Een andere vraag is of Breda de militaire
terreinen per se zelf moet gaan opvullen. Als bijvoorbeeld wordt ge
steld dat Defensie toch bepaalde bedoelingen met Breda heeft zou het