199 17 MAART 1975 lingen die bij een minder passief optreden in het verleden -- want de kwestie van de militaire terreinen dateert niet van de laatste maanden misschien hadden kunnen worden opgelost. Ik zou nog op een ander punt willen wijzen en dat is de relatie met de Haagse Beemden. Het is duidelijk dat wij ten aanzien van de ontwikkeling van de Haagse Beemden altijd hebben gedacht aan de mogelijkheid van een gedeeltelijke bebouwing van de militaire terrei nen. Gelukkig is althans dat alternatief, dat tot dusverre altijd door het college is verworpen, nu door het college overgenomen; ik maak dat tenminste op uit hetgeen de wethouder heeft gezegd over het be bouwen van het "Chassé"-terrein met 800 woningen. Dat is een begin en wie weet waar dit later nog toe zal leiden. Er zijn dus kennelijk mogelijkheden op korte termijn en ik zou dan ook gaarne van de wet houder vernemen op welke termijn hij op basis van zijn informatie denkt dat de terreinen ter beschikking zouden kunnen komen. Boven dien zou ik zeer uitdrukkelijk van alle fracties in deze raad en van het college willen vernemen waarom zij op dit moment geen behoefte hebben aan een werkgroep, die zich niet bezighoudt met het leggen van "claims" op militaire terreinen maar die zich bezighoudt met het zoeken naar financiële mogelijkheden in het gezamenlijk overleg. Dat is de kernvraag waar het ons om gaat en verder willen wij de de mocratische procedure, zoals die rond de gehele binnenstadsbespre king is voorgesteld, uiteraard intact laten. Naar mijn stellige overtui ging -- en ik spreek hier uiteraard namens de fracties van P. v. d. A. en P. P. R. -- is hier geen sprake van een doublure. Wij beginnen pas aan een nieuwe aangelegenheid waarvan wij de consequenties op dit moment nog niet kunnen overzien. Wethouder VAN DUN: De heer Beckers heeft mij beloofd dat hij nog even zou terugkomen op contacten met Kamerleden. De heer BECKERS: Dat betreft het verschil in interpretatie van het standpunt, dat Defensie ten opzichte van Breda inneemt. Ik denk dat onze contacten niet en de contacten van de wethouder wel via ambtelijke kanalen lopen. Wij hebben contacten met Kamerleden en zij hebben ons verzekerd dat de staatssecretaris zeer positief tegen over het overdragen van militaire terreinen staat. Het is duidelijk dat leden van de generale staf dit niet aan de grote klok gaan hangen. De heer DEES: Ik meen van de wethouder te hebben begrepen dat hij rechtstreeks telefonisch contact met de heer Stemerdink heeft ge had. De VOORZITTER: Dat is ook zo. De heer DEES: Dan begrijp ik niet waarom de heer Beckers zich op uitlatingen van Kamerleden beroept. Ik zou gaarne van de heer Beckers vernemen waar de opmerkingen van die Kamerleden in het openbaar zijn geformuleerd en waar zij die informatie vandaan heb ben gehaald. De heer BECKERS: Er is één raadslid dat in de gelukkige omstan digheid verkeert dezelfde informatie te kunnen inwinnen die een aan tal P. v. d. A. - Kamerleden heeft ingewonnen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 199