201 17 MAART 1975 De heer GEENE: De informatie, die vanavond door de wethouder is verstrekt, is ook voor mij nieuw en kersvers. Dat kan ook niet anders, want het bericht is vanmiddag pas telefonisch doorgegeven en de rest was gewoon gebaseerd op vertrouwen in dit college. Als de heer Beckers spreekt over het ruimtebeslag van de militai re terreinen kan zich daar straks een geheel andere discussie over ont spinnen, want ik denk dat er in onze fractie ook wel mensen zijn die er moeite mee hebben wanneer op een groot grasveld één tank is opge steld. De heer Beckers heeft zelf altijd bezwaar gemaakt tegen ad hoc-beslissingen, maar waar is hij nu in feite mee bezig? Met een dui delijke ad hoe-beslissing; hij wil een paar facetjes van de binnenstad eruit lichten, die flink gaan opblazen om daarmede Breda op de been te helpen. Wij hebben toch met elkaar afgesproken dat wij met belang stelling de volgende nota van het college tegemoet zien? Waarom zou den wij daar niet op kunnen wachten? De nota is komende; de wethou der heeft zelfs de datum van 15 april genoemd. Dan zegt de heer Beckers toch nog dat hij precies van de andere fracties wil vernemen waarom zij geen behoefte aan de werkgroep hebben. Wat zou die werk groep dan in vredesnaam moeten doen? Als ik de woorden van de heer Beckers in tweede instantie goed heb beluisterd, maakt hij toch wel een enorme ommezwaai. Hij kent nu plotseling een andere taak aan de commissie toe dan in eerste instantie het geval was. Als ik het goed heb begrepen behoeft de commissie nu alleen nog maar te onderzoeken wat de financiële mogelijkheden zijn. Al met al ziet de heer Beckers geen kans ons te overtuigen; wij hebben geen behoefte aan dit initia tiefvoorstel en zullen het dan ook niet steunen. De heer TEN WOLDE Als een fractie een initiatiefvoorstel behan delt mag ik aannemen dat men ook in totaliteit ingaat op de vragen, die in eerste instantie zijn gesteld. Ik heb de heer Beckers gevraagd of hij concreet kan bewijzen waarom het realiseren van deze inventarisa tie en het inpassen van de voorliggende problematiek in de totale filo sofie van Breda, zowel met betrekking tot de binnenstad als met betrek king tot de Haagse Beemden, niet door burgemeester en wethouders ter hand kan worden genomen. De heer Beckers heeft in zijn antwoord eigenlijk alleen maar gesproken over de totale mogelijkheden en over zijn nieuwsgierigheid binnen de mogelijkheden van de militaire terrei nen. Met name op dit punt dient een inventarisatie plaats te vinden die naar onze overtuiging zeker door burgemeester en wethouders kan wor den gerealiseerd. De heer Geene heeft over een bestaand wantrouwen gesproken en ik kan zijn woorden volledig onderschrijven. De wethou der heeft er duidelijk op gewezen dat eraan wordt gewerkt en ook bij ons bestaat een stuk nieuwsgierigheid op dit punt. Als wij op dit mo ment een duidelijk bewijs zouden hebben dat het college zijn taak niet goed uitvoert, dan zouden wij genoodzaakt zijn een ander standpunt in te nemen. Ik vraag de heer Beckers daarom nogmaals of hij con creet kan aantonen dat burgemeester en wethouders daartoe niet in staat zijn. De heer CRUL: Vindt de heer Ten Wolde dat de inhoud van het initiatiefvoorstel door het college moet worden uitgevoerd? De heer TEN WOLDE: Daar wil ik wel even op ingaan. In het ge meenschappelijk programma van C. D.A. en V. V. D. staat duidelijk dat een inventarisatie van de bestemming van de militaire terreinen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 201