17 MAART 1975
216
Die opvattingen delen wij en het is duidelijk dat de voorliggende ont-
werp-structuurschets in deze optiek een uitermate "mistig" stuk is. Ie
dereen spreekt namelijk over een andersoortige gewestvorming en de
structuurschets blijkt vooral af te gaan op de feitelijke samenwerkings
verbanden, zoals die tot nu toe zijn gegroeid.
In de tweede plaats is het een "mistig" stuk -- en dat schijnt de
minister van Binnenlandse Zaken ook wel te begrijpen -- omdat de ta
ken en bevoegdheden van de gewesten onbekend zijn. In dat verband
moet ik opmerken dat de inspraakprocedure, zoals die op dit moment
voor de gemeenten wordt geschapen, een beetje op een lege huls lijkt.
Ik heb inmiddels in een perspublicatie van het ministerie van Binnen
landse Zaken kunnen constateren dat de inspraakprocedure eigenlijk
toch een enigszins andere bedoeling heeft dan thans in stadsgewestelijk
verband en ook in de gemeente Breda wordt aangenomen. Het zou vol
gens het persbericht de bedoeling zijn dat de inspraakprocedure over
ae concept-structuurschets zich uitstrekt tot een tijdstip van vijf maan
den nadat de ontwerp-gewestwet is gepubliceerd. Ik geloof ook dat het
dan pas zin heeft om over de concept-structuurschets te adviseren.
Dat wil niet zeggen dat wij op dit moment niet zouden kunnen mee
gaan met het preadvies van het college; wij vinden het uitermate posi
tief dat in het preadvies wordt gesteld dat de samenhang, het draag
vlak en de toekomstige ontwikkeling in West-Brabant de bevordering
en totstandkoming van één groot gewest West-Brabant rechtvaardigen.
Op basis van onze opvatting, dat de 11 provincies door 20 tot 25 nieuwe
provincies moeten worden vervangen, zijn wij tot de conclusie geko
men dat hier ruimte is voor een gemeenschappelijk optreden van geheel
West-Brabant. Met andere woorden, in de toekomst zal er een eenheid
in Brabant moeten zijn. Onze conclusie is dan ook dat wij op dit mo
ment de concept-structuurschets ondubbelzinnig moeten afwijzen om
dat die niet in onze visie op de gewestvorming past. Het is -- nog
maals -- een "mistig" stuk en zolang het dat blijft zullen wij in dit ge
west, dat uit een samenwerking van gemeenten bestaat, moeten roeien
met de riemen die wij hebben. Ik "ben het wat dat betreft met de heer
Geene eens, maar zodra er opklaringen komen -- en daar willen wij
aan meewerken -- zullen wij het grote gewest West-Brabant gaan be
vorderen.
De heer KAARSEMAKER: Zoals het dagelijks bestuur van de regio
Breda zelf al aangeeft valt er over de ontwerp-structuurschets inderdaad
slechts een voorlopig oordeel te vellen en dat nog wel onder voorbe
houd. Het is wat moeilijk om over een structuurschets te spreken zon
der dat er inzicht in de taken en bevoegdheden van het gewest bestaat.
Dit doet mij enigszins denken aan het sprookje van de keizer zonder
kleren. De nota ademt de sfeer van het streven naar een groot gewest
West-Brabant en uit de discussie in de fractie blijkt dat binnen de fede
ratie van fracties van P. v. d. A. en P. P. R. genuanceerd over dat grote
gewest wordt gedacht. Een deel van de fractie meent dat een groot ge
west gewenst zou kunnen zijn, gezien de ligging en de problematiek
van West-Brabant. Een groot gewest zou sterker staan tegenover Rotter
dam en de agglomeratie Antwerpen. Ook de problemen waarmee West-
- Brabant als geheel te kampen heeft, zoals Moerdijk, Reimerswaal en
de eventuele vestiging van een tweede Nationale Luchthaven, zouden
op een groot, sterk gewest kunnen wijzen. Met nadruk zou ik erop wil
len wijzen dat de federatie van fracties van P. v. d. A. en P. P. R. het
niet juist vindt wanneer Breda naar een te centrale functie in dat ge-