217 17 MAART 1975 west zou streven. De slogan "Breda hoofdstad van West-Brabant" is be slist niet ons uitgangspunt. Overigens blijken P. v. d. A. en P. P.R. in deze raad niet meer alleen te staan; dat is mij tenminste tijdens een vergadering van de commissie algemene zaken gebleken, toen zowel door de V. V. D. als door het C. D. A. werd gezegd dat ook zij deze slagzin niet meer wilden steunen. De heer DEES: Ik zou niet weten wanneer wij de slagzin "Breda hoofdstad van West-Brabant" hebben gebruikt. Het gaat ons om de ta ken die in het kader van het streekplan West-Brabant of in het kader van het nationaal beleid aan Breda zijn toegekend en die zeker ook een dienende functie in gewestelijk verband met zich brengen. Of men daarvoor nu het woord "hoofdstad", "centrumfunctie" of wat dan ook wil gebruiken, het gaat ons om de inhoud van de aangelegenheid en niet om de nomenclatuur. De heer KAARSEMAKER: "Breda hoofdstad van West-Brabant" is in ieder geval een kreet die veelvuldig in deze raad is vernomen en die ook in programma's van in deze raad vertegenwoordigde politieke par tijen was vermeld. Indien het grote gewest West-Brabant inderdaad van de grond zou komen denken de fracties van P. v. d, A. en P. P. R. aan een spreiding van functies over het gewest. Dit uitsmeren van functies zou bijvoorbeeld kunnen geschieden over de as van de gemeenten Oos terhout, Breda, Etten-Leur, Roosendaal en Bergen op Zoom. Breda en Bergen op Zoom zouden dan misschien een zwaartepunt in die as kun nen gaan vormen. Niet alle leden van de federatie van fracties van P. v. d. A, /P. P. R. zijn van mening dat een groot gewest een zaligmakende oplossing is. In ieder geval kan worden opgemerkt dat de constructie van één ge west niet aansluit bij de situatie, zoals die in West-Brabant is gegroeid. Ook kleven er bezwaren aan de toch al grootschalige opzet van het gro te gewest. Schaalvergroting is een kwestie waaraan nogal wat bezwa ren kleven; als wij naar de ontwikkeling van het bedrijfsleven kijken kunnen wij een aantal van die nadelen signaleren. Fusies en samenwer kingsverbanden volgen elkaar op en tengevolge van deze ontwikkeling komt steeds meer macht in handen van steeds minder mensen. Contro le op degenen, die macht uitoefenen, wordt steeds moeilijker te ver richten. De betrokkenheid van de werknemers wordt op die manier klei ner. Nu wil ik een groot gewest West-Brabant niet zonder meer met multi-nationals vergelijken, maar lering is uit de ontwikkeling in het bedrijfsleven toch zeker te trekken. Het gevaar bestaat dat, hoe groter het gewest wordt, de betrokkenheid van de burger bij dat gewest aes te kleiner wordt. Bij gewestvorming zouden wezenlijke taken van de gemeenten aan het gewest moeten worden overgedragen. Wij zouden ons kunnen afvragen in hoeverre gemeenten hiertoe bereid zijn als het gewest te grote vormen gaat aannemen. Ik kan mij bijvoorbeeld voor stellen dat een gemeente als Halsteren niet bijster enthousiast zal zijn wanneer zij haar gemeentelijk grondbedrijf aan het dagelijks bestuur van het gewest, dat bijvoorbeeld in Breda zetelt, moet overdragen. De VOORZITTER: Ik wil een heel kort antwoord van de kant van het college geven. Het is geen nieuws voor u dat dit college het zeer bewust en met kracht streven naar een groot gewest West-Brabant in al le opzichten ondersteunt. Het is duidelijk dat er een relatie tussen om vang en taakstelling van het gewest bestaat. Dat geldt ook omgekeerd:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 217