17 MAART 1975 218 de taakstelling houdt vanzelfsprekend met de omvang verband. Vervol gens onderschrijf ik hetgeen de heer Geene heeft gezegd, namelijk dat het betreurenswaardig is dat Westelijk Noord-Brabant niet aan de studie heeft meegedaan. Wat betreft de blijdschap over het deelnemen van het Land van Heusden en Altena en van het stadsgewest Breda met be trekking tot Etten-Leur en Oosterhout valt nog het volgende mee te de len. De gemeente Etten-Leur zal in ieder geval aan een dergelijke studie willen meedoen, maar ik denk dat dit alleen zal gebeuren wan neer er over een groot West-Brabant gesproken zal worden. Bij afwezig heid van het streekgewest Westelijk Noord-Brabant zal een dergelijke studie weinig of geen zin hebben. Misschien is er toch nog wel een kans dat grote West-Brabantse vraagstukken betreffende werkgelegen heid en ruimtelijke ordening straks op dat niveau behandeld zullen wor den. Dat zou dan in het contactorgaan West-Brabant moeten gebeuren en daarvoor worden maatregelen genomen. Ik heb kennis genomen van de opmerkingen van de heer Dees met betrekking tot de mini-provincies. Als ae voortekenen mij niet bedriegen zou de thans voorliggende structuurschets wel eens een vrij kort leven kunnen hebben. Het is inderdaad zo dat vijf maanden na het verschijnen van het wetsontwerp nog inspraak kan plaatsvinden, maar het is de bedoeling van dit preadvies en van de initiatieven van de stadsgewestraad geweest het college van gedeputeerde staten in de provincie Noord-Brabant voor te lichten. Gedeputeerde staten hadden namelijk op 5 december 1974 verzocht geihformeerd te worden, naar ik aanneem mede om de Staten een nader standpunt te laten bepalen. Dat is de bedoeling van het initiatief van het stadsgewest en van het voorstel, zoals dat thans aan u is aangeboden. Ik heb ook kennis genomen van ae opmerkingen van de heer Kaar semaker. Wij gebruiken het woord "hoofdstad" de laatste tijd veel minder dan hij dat nu doet en wanneer hij over zwaartepunten in de horizontale as spreekt betekent dat ook iets dergelijks. Dan is het geen "hoofdstad" meer maar "zwaartepunt" of "centrum" of "kern"; geluk kig noemt hij daarbij ook Breda. Als wij dit voorstel aan het college van gedeputeerde staten doen toekomen sluit dat aan bij hetgeen door de stadsgewestraad is gezegd. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voor stel van burgemeester en wethouders besloten. De VOORZITTER: Ik schors de vergadering. Hierna wordt gedurende enige ogenblikken gepauzeerd. PAUZE. De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. 39. bijlage nr. 106 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT BENOE MING VAN EEN RAADSLID TOT LID VAN DE BESTUURSCOMMIS SIE VOOR DE SOCIALE WERKVOORZIENING BREDA. De heer CRUL: Wij stellen de heer Jongeneel kandidaat. Met algemene stemmen wordt de heer Jongeneel tot lid van de be

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 218