219 17 MAART 1975 stuurscommissie benoemd. De VOORZITTER: Ik heb de vorige keer niet nadrukkelijk vastge steld dat agendapunt 2C-h is vervallen en doe dat bij dezen alsnog. 40. bijlage nr. 107 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET VER STREKKEN VAN EEN GEMEENTELIJKE GARANTIE AAN HET KERK BESTUUR VAN DE PAROCHIE VAN DE H. LAURENTIUS I. P. V. AAN DE R. K. JONGENSBOND VAN DE PAROCHIE VAN DE H. LAU RENTIUS. (BETR. BRANDPREVENTIEVE VOORZIENINGEN GEBOU WENCOMPLEX VIANDENLAAN 3-5). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt con form het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 41. bijlage nr. 108 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VOORZIE NING IN DE VACATURE IN DE COMMISSIE PERSONEELSZAKEN EN DE GEMEENTELIJKE VERTEGENWOORDIGING IN DE COMMIS SIE VOOR GEMEENTELIJK OVERLEG IN PERSONEELSZAKEN. De heer CRUL: De heer Dreef is op dit moment plaatsvervanger van de heer Jongeneel. Wij stellen voor de heer Dreef tot lid te benoe men. Als plaatsvervanger voor de heer Dreef stellen wij voor de heer Oomen en als plaatsvervanger voor de heer Jongeneel de heer Martens te benoemen. Met algemene stemmen worden de heren Dreef, Oomen en Mar tens benoemd, respectievelijk als lid, plaatsvervangend lid voor de heer Dreef en plaatsvervangend lid voor de heer Jongeneel. RONDVRAAG. De heer LAMBREGTS: Zoals bekend is heb ik donderdag al iets ge zegd over de kwestie-Tuinzigt, waarover ik nu zeer in het kort twee vragen wil stellen. De kwestie is niet nieuw: zij is al sedert 1966 in commissies en raad aan de orde, in 1970 is de materie nogmaals behan deld en in 1972 is de beslissing bekrachtigd. Nadat in de commissies uitgebreid aandacht aan het onderhavige ingekomen stuk was besteed, was de conclusie dat dit verder door het college zou worden behandeld, zodat de C. D. A. -fractie zeer benieuwd was naar het door b. en w. te geven antwoord. Door het bijzonder lang uitblijven van een oplossing voor de wijk Tuinzigt en tevens naar aanleiding van het antwoord op de brief zijn wij over twee punten bezorgd, maar wij hopen dat deze bezorgdheid kan worden weggenomen. De twee punten zijn de volgen de. In het antwoord schrijft het college dat in mei 1974 een gesprek met de werkgroep is gevoerd, hetgeen inderdaad het geval is. Daarbij zou zijn medegedeeld dat het project in Tuinzigt niet meer nr. 1 op de prioriteitenlijst was. Aangezien dit echter bij de werkgroep niet dui delijk is overgekomen, wil ik het college vragen of het kan nagaan of deze mededeling in mei inderdaad is gedaan. De tweede vraag naar aanleiding van het antwoord heeft betrek king op de aankondiging van het college dat opnieuw zal worden be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 219