17 MAART 1975 220 zien in hoeverre de prioriteiten in Tuinzigt met het oog op de aanwe zigheid van noodaccommodatie nog van kracht zijn. Wij zouden het zeer op prijs stellen als "b. en w. ons vervolgens -- ik geloof dat ik in deze kwestie op spoed mag aandringen -- over hun standpunt zouden inlichten. Men duide het mij niet euvel als ik vraag of ik b„ en w, de dank van de bewoners van de bejaardentehuizen in IJpelaar mag overbrengen voor hun bemiddeling in verband met de plaatsing van een abri. Het spijt mij dat ik het op deze manier moet formuleren; ik heb namelijk iets geleerd in het begin van de avond! Iets anders is de kwestie van de brand in "Kota Radja' en in ver band daarmee de bereikbaarheid van bepaalde panden, die in de krant aan de orde is gesteld. Ook dit is mets nieuws: indertijd heeft zich in "Het Zuid" een brand voorgedaan die helaas het tragische resultaat had dat er slachtoffers vielen. Ook nu laaiden er weer emoties op bij de Grote Markt-bewoners, die zich afvroegen wat er gebeurd zou zijn als de brand enkele uren later was uitgebroken. Ik neem aan dat men wel begrijpt in welke context ik deze opmerkingen maak: ik denk hierbij aan de opstelling van de kramen op marktdagen. Daarvoor be staan bepaalde spelregels, maar ik meen te kunnen constateren dat het niet altijd mogelijk is dat politie, ambulances en brandweer in nood gevallen de panden bereiken. Ik zou het college willen vragen strin genter toe te zien op de naleving van de spelregels. Vervolgens nog een andere vraag over noodgevallen die zich in een bepaalde gemeenschap kunnen voordoen. Enkele jaren geleden hebben de binnenstadsbewoners, onder wie ook de bewoners van de Grote Markt, een lijst moeten invullen; de bedoeling daarvan was, dat, in geval van calamiteiten op tijdstippen -- bijvoorbeeld 's nachts -- dat de bedrijven gesloten zijn, een overheidslichaam zou kunnen na gaan waar de voor de betrokken panden verantwoordelijke personen te bereiken zijn. Naar aanleiding van de brand in "Kota Radja" zou ik willen vragen of men inderdaad met deze lijst heeft gewerkt. Tot slot iets over de precariorechten, die het afgelopen jaar nog al fors verhoogd zijn. Hoewel wij daarmee akkoord zijn gegaan, mo gen wij constateren dat de precariorechten vroeger voor de onderne mers een schijntje vertegenwoordigden, maar dat mede door de verho ging deze rechten nu steeds meer gaan meetellen. In dit verband denk ik vooral aan het zuidelijk gedeelte van de Grote Markt, waar zich de meeste problemen voordoen. Er is zonder meer op twee dagen markt, er wordt een rommelmarkt georganiseerd en er is een regeling getrof fen voor bepaalde laad- en lostijden. Men zou kunnen zeggen aat er op de Markt een "gemengd bedrijf" wordt uitgeoefend, namelijk het winkelgebeuren en het horecagebeuren. Het is dan ook begrijpelijk dat er kortsluitingen kunnen ontstaan, hetgeen verleden jaar, zoals ik zelf van dichtbij heb mogen meemaken, reeds is gebeurd. Destijds heeft men de gebeurtenissen nog door de vingers gezien, maar dit jaar zal men gestroomlijnder moeten gaan werken. Ik vraag mij af of b. en w. het reëel achten dat de horeca-exploitanten het volle pond aan preca riorechten moeten betalen, te meer daar zij de mogelijkheden van hun terrassen beslist niet ten volle kunnen benutten. De heer VAN BANNING: De ontwerp-structuurschets is bij het ge west op 28 februari behandeld. Verzocht werd het antwoord aan de pro vincie uit te stellen totdat de behandeling in het gewest had plaatsge vonden. De provincie had gevraagd uiterlijk op 1 maart te antwoorden;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 220