239
17 APRIL 1975
te worden aangebracht zonder voorafgaande goedkeuring van de raad
en er mogen geen maatregelen worden genomen die in strijd zijn met
de huidige bestemmingen»
Onder dit voorbehoud kunnen wij met de in het voorstel genoem
de verwerving akkoord gaan, omdat wij tevens van oordeel zijn dat
het uitvoeren van bestemmingen, indien het onderhavige onroerend
goed eigendom van de gemeente wordt, beter kan worden gerealiseerd»
Wij willen graag een motie indienen waarin de door ons bepleite los
koppeling wordt toegelicht»
De VOORZITTER; Nu meteen al een motie?»'
De heer VAN MALE; Wij weten nog niet of zij straks in stemming
hoeft te komen»
De door de heer Van Male ingediende motie luidt als volgt;
"De raad der gemeente Breda,
in vergadering bijeen op 17 april 1975,
gehoord de beraadslagingen over het voorstel van burgemeester
en wethouders tot het beschikbaar stellen van een krediet van
8» 000. 000, -- ten behoeve van de verwerving van onroerend
goed in 1975,
overwegende, dat in dit voorstel onderdelen zijn opgenomen
voor welker bestemming de raad nog geen overwogen besluit
heeft kunnen nemen,
is van oordeel, dat in de huidige bestemmingen geen wijzigingen
mag worden genomen zonder voorafgaande goedkeuring van de
raad,
en gelet op artikel 26 van het reglement van orde,
besluit
het gevraagde krediet in het voorstel voornoemd ter beschikking
te stellen onder handhaving van de huidige bestemmingen en
met inachtneming van de daarbij behorende regels, en de ver
werving van het onroerende goed derhalve los te koppelen van
de in het voorstel genoemde bestemmingen, waaraan door de
raad nog geen goedkeuring is gegeven»
Voldoende ondersteund zijnde maakt de motie van de heer Van
Male mede onderwerp van beraadslaging uit»
De VOORZITTER; Aangezien van de kant van de raad niemand
meer het woord verlangt geef ik nu eerst het woord aan wethouder
Van Dun.
Wethouder VAN DUN; Ik hoop dat u het mij niet euvel duidt,
maar het is mij gans onmogelijk het woord te voeren omdat ik de in
houd van de motie van de heer Van Male niet ken. Naar ik heb begre
pen gaat hij met het preadvies van het college akkoord, maar maakt
hij daarbij enkele kanttekeningen die kennelijk in de motie zijn ver
woord doch die ik op dit ogenblik niet ken» Ik hoop dan ook dat ik de
gelegenheid krijg namens het college kennis te nemen van de motie
voordat er namens het college wordt geantwoord.
De VOORZITTER; Wij zullen de behandeling van dit agendapunt