249 17 APRIL 1975 Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt achtereenvolgens overeenkomstig deze voorstellen besloten. 21. bijlage nr. 128 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT BENOE MING VAN EEN TWEETAL BESTUURSLEDEN VAN DE STICHTING STEDELIJK MUSEUM VOOR GESCHIEDENIS EN OUDHEIDKUNDE TE BREDA. De VOORZITTER: Ik benoem tot leden van het stembureau de he ren Kramer, Beckers en Ten Wolde. Ingeleverd worden 34 stembiljetten, waarmee worden uitge bracht 23 stemmen op de heer Van der Pas, 9 stemmen op de heer Buïjs, 21 stemmen op de heer Quadekker en 11 stemmen op de heer Brantsma, terwijl 1 biljet in blanco is ingeleverd. Hiermede zijn de heren G. van der Pas en J. Quadekker benoemd. De VOORZITTER: Ik dank het stembureau voor zijn activiteiten en ontbind het. 22. bijlage nr. 129 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VAST STELLING VAN EEN BASISPLAN VOOR DE RECONSTRUCTIE VAN DE DR. STRUYCKENSTRAAT. Mevrouw VAN ROOXJ-VAN DEN HEUVEL: Ik herinner mij nog hoe de gemeenteraad in 1971 de reconstructie van de Dr. Struycken- straat na lange debatten aanvaardde en wel op grond van de verstande lijke overweging dat de aangevoerde zakelijke argumenten doorslag gevend waren. Toch hadden sommigen onzer daarbij het gevoel dat deze reconstructie door een aantal wijkbewoners als een aantasting van hun woon-en leefmilieu werd ervaren. Ik ben daarom achteraf blij dat het plan om de door b. en w. in hun preadvies opgesomde re denen niet is uitgevoerd. Het nieuwe plan dat, zoals het college schrijft, de vrucht van veranderde inzichten is, spreekt ons zeer aan, vooral omdat het in samenspraak met de bewoners werd opgebouwd en nu de goedkeuring van de wijk wegdraagt. "Inspraak" is een woord dat wij hier vrij geregeld horen; ik geloof dat wij thans een plan behandelen waarbij de inspraak op doeltreffende wijze werd gerealiseerd, zoals onder meer uit de bijlage bij het rapport blijkt. Een woord van hulde voor de betrokken dienst en de ambtenaren is hier naar ik meen wel op zijn plaats.' Aangezien het plan gefaseerd zal worden uitgevoerd en ons ook nog in aparte voorstellen zal bereiken, zou ik het college willen vra gen eventuele drastische veranderingen of nieuw te ontwikkelen moge lijkheden tijdig aan de bewoners te laten weten en hen daarbij te be trekken. Is er voorts al iets over de fasering bekend? Hoe wil het col lege het plan uitvoeren en wat zal allereerst worden aangepakt? Het zal duidelijk zijn dat de C.D. A. -fractie gaarne met het plan zal instemmen, waarbij wij overigens graag nog enkele kantteke ningen zullen maken. Zal de geprojecteerde weg in de toekomst wer kelijk voldoende capaciteit hebben, als Princenhage-West volledig ontplooid zal zijn? Zou het college nog eens speciale aandacht willen schenken aan de bereikbaarheid van het gemeenschapshuis "De Vlieren",

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 249