252 17 APRIL 1975 de in plan B gekozen oplossing onder meer worden gestraft tengevolge van het verminderen van het aantal kruisingen. Bovendien is er voor fietsers geen mogelijkheid om rechtsaf te slaan, terwijl dit toch in de rede had gelegen. Dit betekent dat de fietser nu zal moeten omrijden en weer voor de diverse stoplichten zal moeten stoppen. Samenvattend kunnen wij constateren dat het moeilijk is een goed oordeel te vormen doordat de gegevens aan de magere kant zijn. Wij zijn voorts beducht voor de hoge kosten en de daarmee verband houdende tenachterstelling van andere, misschien belangrijker activi teiten, terwi jl naar onze mening het openbaar vervoer en de fietsers te weinig aandacht hebben gekregen. Op grond van deze constatering willen wij het college het vol gende voorleggen, In de eerste plaats willen wij in ons standpunt een onderscheid maken tussen de bestrating en de reconstructie van de kruispunten enerzijds en de stoplichten anderzijds. Met betrekking tot de bestrating en de kruispunten lijkt het plan ons acceptabel, hoewel wij ons er heel moeilijk een oordeel over kunnen vormen. Met betrek king tot de stoplichten lijkt het plan ons echter in eerste instantie niet nodig en zeker ook niet wenselijk, in verband waarmee wij het volgen de voorstel willen doen: profiterend van de fasegewijze uitvoering van het plan zouden wij er twee proeven aan willen koppelen, In de eerste plaats zouden wij een proef met een mobiel stoplicht willen nemen, teneinde na te gaan of een stoplicht wel de positieve effecten heeft die ervan worden verwacht. Wanneer na afloop van de proef toch tot plaatsing van een definitief stoplicht zou worden overgegaan, zou een mobiel stoplicht op andere plaatsen kunnen worden gebruikt; wellicht beschikt de gemeente reeds over een mobiele verkeerslichteninstalla tie, Bij een positief resultaat zou ten aanzien van een tweede stoplicht dezelfde procedure kunnen worden gevolgd. De tweede proef die wij in de fasegewijze uitvoering zouden wil len invoegen zou moeten inhouden dat men nagaat of het toch niet mogelijk is de fietsers rechtsaf te laten slaan. Daarbij zou men moe ten bekijken in hoeverre dit aanleiding geeft tot overtredingen van fiet sers die aan de overzijde rijden en in de ter tafel liggende conceptie niet over de rijbanen heen linksaf mogen slaan. De heer GIELEN: Als bewoner van het Heuvelkwartier zou ik graag iets over deze kwestie willen zeggen. Zoals men weet is door hoofden van de in dit gebied aanwezige scholen --ik denk in het bijzonder aan de Clemensschool, de Mgr, Frenckenschool en de Beatrixschool-- geregeld om stoplichten gevraagd. De situatie is voor de gehele jeugd van het Heuvelkwartier levensgevaarlijk, wanneer er niet met de grootste spoed stoplichten worden geplaatst, 's Morgens om acht uur S half negen moeten de verkeersbrigadiertjes hun werk nabij de Mgr. Frenckenschool onder levensgevaarlijke omstandigheden doen. Het verheugt mij bijzonder dat bij de gevolgde procedure de inspraak van dien aard is geweest, dat iedereen de gelegenheid heeft gehad om te zeggen hetgeen hij wilde zeggen. Ik meen dat de ambte naren van de dienst van openbare werken alle geopperde ideeën in de beschouwingen hebben betrokken. Het is mijns inziens van belang dat de ter tafel liggende oplossing op deze wijze tot stand is gekomen. De heer VAN DUUL: Ik zou iets willen toevoegen aan hetgeen er zojuist over de stoplichten is gezegd. Levendig kan ik mij nog herin neren dat indertijd met betrekking tot dezelfde situatie mevrouw Van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 252