256
17 APRIL 1975
aangegeven en dus niet in eerste instantie voor uitvoering in aanmer
king komt. De bedoelde weg loopt echter dwars over de Heuvelbrink,
een mooi gazon dat door de jeugd en de ouderen van het Heuvelkwartier
zeer intensief wordt gebruikt. Ik zou willen vragen of het mogelijk
is alles in het werk te stellen om in ieder geval deze weg in de toekomst
niet tot stand te laten komen. De weg is thans niet aan de orde, maar
komt wèl op de tekening voor, zodat de wethouder er wellicht iets
over kan zeggen.
Wethouder VAN DUN: Met een stippellijn,'
De heer HOUBEN: Ik zou nog enkele, opmerkingen willen maken.
Het verheugt mij zeer dat er in deze raad eens een partijgenoot, name
lijk de heer Van Gorkum, wordt geciteerd. Hij zou bij interruptie ge
vraagd hebben of men beter wilde weten dan de mensen zelf, hetgeen
natuurlijk een zeer belangrijke uitspraak is. Waar ik echter aan het
begin van mijn betoog op doelde was dat de "mensen" één plan --
en geen alternatieven -- voorgeschoteld hebben gekregen. Daaruit
vloeien de moeilijkheden voort: uit het verslag van de hearings blijkt
dat men kon kiezen tussen ten eerste het plan van 1971 -- als wij er
nu op terugkijken weten wij wel dat dat plan onzinnig was --en ten
tweede plan B, dat natuurlijk.
Wethouder VAN DUN: Dus twee.'
De heer HOUBEN: Men kreeg twee plannen voorgeschoteld, ja.
Wethouder VAN DUN: Dus met één plan.'
De heer HOUBEN: Inderdaad, maar het eerste plan was zeer
slecht. Tegen het plan van 1971 hadden de bewoners indertijd zelf al
geprotesteerd, waarbij tot aan gedeputeerde staten toe bezwaren wer
den ingediend. Uiteraard was derhalve plan B attractiever dan het oor
spronkelijk plan, ook wanneer men het standpunt van de betrokkenen
als uitgangspunt neemt.
Teneinde echter naar een fundamenteler niveau over te gaan wijs
ik erop dat er niets op tegen is een bepaalde visie aan de bewoners
voor te leggen. Zo zou men hun bijvoorbeeld onze visie kunnen voor
leggen, waarin het bevorderen van het gebruik van de fiets centraal
staat. Er zou een plan kunnen worden opgesteld waarin de fietsers veel
meer ruim baan krijgen en allerlei voordelen boven auto's genieten, ten
einde vervolgens te vragen hoe de mensen daarop reageren. Zo zijn er
misschien nog wel andere alternatieven te bedenken. Dergelijke alter
natieven zijn hier echter niet aan de orde geweest: men heeft zich
eigenlijk uitgesproken over één plan, dat men kon vergelijken met een
plan waartegen men zich indertijd heftig had verzet. Het spreekt dan
ook vanzelf dat plan B gunstiger is ontvangen.
Een volgend aspect dat ik aan de orde wil stellen heeft eveneens
betrekking op het milieu. Wij hebben bepleit de "groene golf" op de
snelheid van de fietsers af te stemmen en nu heeft de wethouder gezegd
dat daardoor het milieu zou worden vervuild aangezien de auto's bij
een dergelijke afstemming vaker zouden moeten stoppen. Nu is het na
tuurlijk niet onze bedoeling het milieu te vervuilen maar juist het ge
bruik van de auto af te remmen, hetgeen kan worden bereikt door het
gebruik van het openbaar vervoer en de fiets te bevorderen. Het gebruik