259
17 APRIL 1975
23. bijlage nr„ 130
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET
BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN AANVULLEND VOORBEREI
DEN GSKREDIET VOOR DE UITWERKING VAN HET PLAN TOT HER
HUISVESTING VAN SECRETARIE-AFDELING EN DIENSTEN IN
PANDEN AAN DE CATHARINASTRAATo
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt
overeenkomstig het voorstel besloten.
24. bijlage nr. 131
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET
BESCHIKBAARS TELLEN VAN EEN KREDIET VOOR HET UITVOE
REN VAN HET PLAN VAN WEGEN EN WATERLOPEN IN HET
RUILVERKAVELINGSGEBIED PRINCENHAGE-NOORD.
De heer GOOS; Bij agendapunt 22 werd aandacht besteed aan een
doorgaande verbinding met de toekomstige uitbreiding Prineenhage
West I en II. Ook het agendapunt dat thans aan de orde is heeft betrek
king op een gedeelte van het Princenhaagse gebied; hier betreft het
echter het ruilverkavelingsgebied Pr incenha ge - Noord.
Toen op 17 november 1965 gedeputeerde staten naar aanleiding
van een verzoek van de kant van de gemeente Breda met betrekking
tot maatregelen voor het gebied Princenhage-Noord een beslissing na
men, kon een begin worden gemaakt met een proces van ruilverkave
ling. Op dat ogenblik kon men gaan proberen iets van het gebied te
maken en ervoor te zorgen dat de wegen en waterlopen in een goede
toestand kwamen te verkeren. Reeds sedert 11 april 1961 waren de eer
ste gesprekken over een eventuele ruilverkaveling gevoerd. Dat uitein
delijk de gemeente Breda zelf de ruilverkaveling heeft aangevraagd,
had allerlei oorzaken waarop ik in dit verband niet dieper kan ingaan.
Er zijn vele gesprekken gevoerd die uiteindelijk tot dit besluit hebben
geleid.
Het belangrijkste aspect van deze ruilverkaveling is mijns in
ziens dat het gebied een enigszins onderkomen beeld was gaan opleve
ren. In dit verband hoef ik alleen maar te wijzen op de toestand waar
in de waterlopen verkeerden en op de slechte wegen; zo moest er hoog
nodig iets gebeuren aan de Kruisstraat en aan de Jan Klaassenstraat. De
in het gebied gevestigde bedrijven waren om met de tijd mee te gaan
dringend aan uitbreiding en verbetering toe. In diverse gesprekken met
de gemeente en de cultuurtechnische dienst zijn reeds in 1969 duide
lijke afspraken met betrekking tot de financieringsregeling gemaakt.
Op de financieringsregeling komt het immers bij ruilverkavelingen
meestal voor een groot: deel aan. U, mijnheer de. voorzitter, naar ik
meen te weten destijds nog voorzitter van één van Nederlands grootste
ruilverkavelingen, zult weten wat een ruilverkaveling inhoudt. Als er
één activiteit is die zeer veel moeilijkheden en trammelant oplevert
en waarbij zeer veel maatregelen soms vlot maar ook zeer vaak traag
worden uitgewerkt, dan is het wel ruilverkavelen.'
Toch was een ruilverkaveling voor het onderhavige gebied drin
gend nodig en toen de beslissing van gedeputeerde staten dan ook in
dertijd bekend werd was iedereen er verheugd over. Op het ogenblik
wordt er hard gewerkt om een en ander in goede banen te leiden.
Welk bedrag is nu eigenlijk bij dit agendapunt in het geding? In 1969
werd een krediet van 624. 300, -- gevraagd, met uitsluiting van de