262 17 APRIL 1975 Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten» De VOORZITTER: Dames en heren» Er zijn nog twee onderwerpen ter behandeling overgebleven» In de eerste plaats heeft: de heer Beckers na de behandeling van agendapunt 12 gevraagd een voorstel van orde te mogen doen» Hij had daarbij ongetwijfeld het oog op artikel 23 van het reglement van orde en artikel 48 van de gemeentewet, waarin wordt bepaald dat de RAAD kan beslissen om over andere zaken te be raadslagen en te besluiten» Artikel 23 van het reglement van orde houdt voorts in dat aan de agenda bepaalde punten kunnen worden toe gevoegd» Een daartoe strekkend voorstel moet door drie leden worden ondersteund, terwijl voorts zelfs wordt bepaald dat het terstond aan de orde kan worden gesteld» Aan dit laatste heb ik mij zojuist niet ge houden, maar de heer Beckers heeft gelukkig bewilligd m de behande ling van zijn voorstel aan het eind van de agenda» De raad zal zich daarbij over het voorstel moeten uitspreken» Ik geloof dat wij de volgende gedragslijn kunnen volgen. De heer Beckers kan thans in de geest van het bovenstaande zijn voorstel indienen en daarna kunnen wij een pauze inlassen waarin de raadsleden wellicht over een en ander onderling beraad kunnen houden» Na de pauze kan ik dan tevens agendapunt 9 en de daarbij ingediende motie aan de orde stellen» Dit lijkt mij een verstandige handelwijze die het onder meer mogelijk maakt dat ook het college zich over de ter tafel liggende voorstellen beraadt» Ik geef thans het woord aan de heer Beckers voor het indienen van zijn ordevoorstel» De heer BECKERS: Op grond van de door u genoemde artikelen dien ik mede namens de heren Houben, Hendriksen en Martens het voorstel in om nog vanavond de kwestie van het zwembad "Het Ei" aan de orde te stellen» Vanavond hebben wij op een creatieve manier een schrijven van enkele bewoners aangeboden gekregen. De heer Van Dun heeft zojuist al gezegd dat wij de creativiteit van Bewoners niet moeten onderschatten, een opmerking waarvan de juistheid in dit ge val is bewezen. De vanavond aangeboden brief is overigens niet de eerste: wij hebben al eerder een brief ontvangen, met enkele zeer concrete vragen over het huidige "Ei". Ik zou op de urgentie van dat punt willen wijzen en. met het oog daarop doe ik de raad het verzoek ons toe te staan enkele vragen over deze kwestie te stellen die ook in de brief zijn opgenomen. Op de eerste plaats zou ik erop willen wijzen dat de inspraakpro cedure die door het college op gang is gebracht. De VOORZITTER: Het gaat niet in de eerste plaats om een inter pellatie of het stellen van vragen, maar om een concreet voorstel» Volgens mijn interpretatie van artikel 23 moet er een werkelijk voor stel worden ingediend, waarvoor u dan in de eerste plaats de verant woording draagt. Het stellen van vragen heeft zoals u weet een iets ander karakter» De heer BECKERS: Dat ben ik met u eens» Misschien heb ik enigszins onzorgvuldig geformuleerd: het was de bedoeling aan de hand van de informatie die op de vragen binnenkomt een voorstel te doen» De inspraakproceduxe is op gang gebracht en wanneer de infor-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 262