265
17 APRIL 1975
Het tweede bezwaar is van praktische aard. De volgende verga
dering van de voorbereidingscommissie voor de inspraak wordt op de
zelfde dag gehouden, om acht uur. Ik denk dat het voor een goede
voortgang van de inspraak van belang is dat de resultaten van de be
raadslagingen die bii agendering van deze kwestie vanavond kunnen
worden gehouden, door de vertegenwoordigers met hun achterban kunnen
worden besproken. Het antwoord op de gestelde vragen is namelijk
van wezenlijk belang voor het al dan niet welslagen van het inspraak
project, waaraan wij een zo grote waarde hechten» Ik zou de raad dan
ook willen verzoeken dit punt toch vandaag ter bespreking op de agenda
te plaatsen.
De heer GEENE; De door het college voorgestelde procedure is
mijns inziens de enige, goede oplossing, ook al omdat de brief van de
genen die zich met de inspraak met betrekking tot het zwembad bezig
houden pas op 16 april -- dus gisteren -- bij ons is aangekomen. Naar
ik meen kan niemand de C. D. A. -fractie verwijten dat zij geen belang
stelling voor "Het Ei" zou hebben. Meermalen hebben wij daarover
naar aanleiding van tariefverhogmgen bij begrotingsbehandelingen op
merkingen gemaakt. Voorts hebben wij uitvoerig gedebatteerd over de
vraag of "Het Ei" al dan niet moest worden gesloten, bij welke gele
genheid wij duidelijk te kennen hebben gegeven waarom wij met slui
ting konden instemmen. Wij wilden op die manier een reconstructie
mogelijk maken omdat wij van mening waren dat de mensen die van
dit zwembad gebruik maken recht hebben op evenveel comfort als men
sen die in "Wolfslaar" zwemmen. Het was voor ons duidelijk dat een
opknapbeurt van "Het Ei" die situatie niet zou kunnen bewerkstelligen.
De C. D.A. -fractie heeft er geen misverstand over laten bestaan dat
zij het "Het Ei van groot belang acht en dat dit zwembad naar haar
mening straks herbouwd in volle glorie opnieuw moet worden geopend.
Nu de voorzitter van de commissie voor jeugd en sport heeft toe
gezegd dat hij deze brief op de agenda van de commissievergadering
zal plaatsen, zou ik ter overweging en ter bespreking in de commissie
het volgende willen opmerken. Het is bekend dat door de regering op
het ogenblik grote bedragen ter beschikking worden gesteld voor de uit
voering van bouwwerken, in welk verband ik erop wijs dat ook een
zwembad een bouwwerk is. Ik meen uit goede bron te weten dat er nog
kredieten beschikbaar zijn en dat er nog grote bedragen onderweg zijn.
Wij vinden dit object zó urgent, dat wij aan de voorzitter van de com
missie zouden willen vragen in overweging te nemen het object --
indien dit niet al is gebeurd -- voor subsidie in het kader van de A. C. W.
bij de R. C. O. W„ aan te melden. Aanmelding kan via de bekende lijs
ten geschieden; er is geen plan voor nodig, doch men kan zonder meer
berichten dat men dit object in voorbereiding heeft en er codenummer
1 aan toekennen. Als er voorts met de inspraakcommissie snel kan
worden gewerkt, lijkt het mij niet moeilijK binnen korte tijd een plan
op tafel te hebben en om een A. C„ W» -bijdrage te versoeken. Dit zou
overigens ook om nog een andere reden plezierig zijn, aangezien een
subsidie in de bouwkosten de exploitatielasten aanmerkelijk zou druk
ken.
Inmiddels zal men hebben begrepen dat wij er na de opmerkin
gen van de kant van het college geen behoefte aan hebben het orde
voorstel te steunen.
De heer DEES; Het is moeilijk om over het ordevoorstel van de