283
24 APRIL 1975
berg gezegd dat het spaarbankboekje van Breda lêeg is en dat Breda niet
over de ruimte en de middelen beschikt om iets te gaan ondernemen.
Inmiddels hebben wij de potentiële beschikking over het toekomstige
woongebied de Haagse Beemden. Daarnaast is het bekend dat de kosten
van steeds meer inwoners van de regio drukken op steeds minder inwo
ners van Breda. Regionaal gezien is dit ten aanzien van het voorzienin
genniveau een minder acceptabele situatie.
Ook deze nieuwe plannen zullen invloed hebben op de Bredase
financiële situatie. Ik wil hiermede echter niet zeggen dat het Bredase
spaarbankboekje opnieuw moet worden gevuld; wij moeten er echter wel
voor zorgen -- de bekende derde financiële "mits" -- dat de lopende
rekening niet van de bekende rode cijfers wordt voorzien.
Ook hier echter schijnt enig licht in de duisternis. Wij moeten
haast springen van vreugde. Ik citeer de woorden van minister Gruijters
in de Eerste Kamer op 25 maart jl. op een vraag of ook Breda behoort
tot die steden die een bijzondere taak hebben voor de volkshuisvesting;
"U haalt mij de woorden uit de mond. Ondertussen kan ten prin
cipale worden onderzocht of Breda een groeistad zal zijn. Ik acht het
niet onwaarschijnlijk. In de pers zijn berichten verschenen die het tegen
deel doen vermoeden. Einde citaat.
Dit is een ruggesteun die wij in de komende twintig jarea zowel
op landelijk als op provinciaal gebied bij de ontwikkeling van dit plan
hard nodig zullen hebben. De V. V. D. -fractie heeft hierin duidelijk
vertrouwen.
De financiële "mits" is voor onze fractie steeds zeer belangrijk
geweest. Het standpunt van uw college, neergelegd in punt 1 van uwi
concept-besluit, onderschrijven wij dan ook volledig. Wij zijn het er
volkomen mee eens dat bij de minister een aanvrage moet worden inge
diend voor financiële steun voor het plan Haagse Beemden. Het eerder
genoemde citaat stemt ons vol verwachtingen. Indien de minister ech
ter een besluit neemt zal dit voor de V. V.D. -fractie aanleiding zijn
voor een nieuwe besluitvormingsprocedure. De financiële "mits" die
wij het vorig jaar hebben genoemd blijft bestaan.
In uw brief van 18 april jl. aan minister Gruijters hebt u reeds
gesteld dat ook de demografische verificatie, de sociografische dienst,
de P. P. D. en de R. P. D. geen aanleiding mogen geven tot tijdsverlies.
Onze fractie onderschrijft dit duidelijk.
Ik kom nu aan het tweede punt van de drie hoofdzaken, die voor
de V. V. D. -fractie als voornaamste motieven gelden van het plan Haag
se Beemden, nl. de fasering. In de commissievergaderingen heb ik de
twee belangrijkste aspecten hiervan toegelicht. Als eerste noem ik de
snelheid van ontwikkeling van het eerste gedeelte. Dit is een belang
rijk punt in de realisering van het gebied. Wij spieken over een kwali
tatieve opzet van het woongebied Haagse Beemden, zowel wat de ui
terlijke vorm als de klimaatsvorm betreft. Als wij langzaam zouden
starten, zou mogelijk een aantal voorzieningen achter kunnen blijven
bij het totale plan. Psychologisch gezien zou dit negatieve aspecten
kunnen geven aan het stadsdeel, dat wij zo graag in volle glorie wil
len ontwikkelen.
Ik wil er slechts op aandringen dat de ontwikkeling van het plan
snel van de grond zal moeten komen. Het plan zal alleen dan haalbaar
zijn indien kwalitatief binnen korte tijd het eerste stadsdeel wordt ont
wikkeld. De grootte daarvan, 1. 000 tot 5. 000 wooneenheden, is voor
mij niet erg belangrijk. Het is echter duidelijk dat een minimale leef-