289 24 APRIL 1975 Kkers aan een hogeschool of universiteit een dergelijk bedrag krijgen? Kunnen wij dit bedrag niet beter besteden voor heropening van "Het Ei", stadsvernieuwing of voor verbetering van het onderhoud van de gemeentewoningen? Het laatste punt is het punt van de procedure. Wij achten het principieel onjuist dat wij in feite voor een "fait accompli" worden ge steld. Het raadsbesluit over deze aangelegenheid van de adviseurs is een wassen neus. Met de heren zijn contracten gesloten en principiële accoorden aangegaan en ik geloof dat de raad moeilijk nog "neen" kan zeggen. Ik acht het onjuist dat wij pas in een zo laat stadium op de hoogte worden gesteld van een voldongen feit. De heer HOUBEN: Het zal u niet ontgaan zijn dat bij de fede ratie van fracties van de P. v. d. A. en P. P. R. en hun achterbannen de nodige verontrusting en bezorgdheid bestaat over het in ontwikkeling brengen van de Haagse Beemden, vooral omdat het hier gaat om een grootschalige uitbreiding in een mooi gebied, dat geïsoleerd ligt van de rest van de stad en dan nog wel op een moment dat de binnenstad er desolaat bij ligt en de plannen voor die binnenstad nog in procedure moeten komen. Het gaat om een grootschalige uitbreiding van Breda; met één klap zou de gemeente met eenderde deel worden vergroot en heiaas is er geen sprake van een alternatieve uitbreiding, die wij hebben voor gesteld. Voor ons geldt het adagium: niet groeien is stilstaan, echter niet in die zin dat gestreefd wordt naar een kwantitatieve uitbreiding, maar naar een kwalitatieve groei. Daarom hebben wij alternatieven aangeboden die betrekking hebben op een geleidelijke kleinschalige uitbreiding op verschillende punten in de stad en op het tot ontwikke ling brengen van een plezierige binnenstad. Na de gedachte over hoofdstad van West-Brabant enbcentrum- functie is nu het idee van groeistad op de proppen gekomen. Men doet het vanavond in de raad al voorkomen alsof het precies duidelijk is wat dit is, maar wij vragen ons af wat nu eigenlijk een groeistad is. Wij weten nog helemaal niet wat dit is, want deel 2 van de Derde Nota, waarin het verstedelijkingsbeleid uiteengezet zal worden, is nog niet verschenen. Wij weten dus niet waarover wij praten en -- dat is nog veel belangrijker -- wij weten nog niet het "waarom" van een groeistad. De heer Ten Wolde heeft minister Gruijters geciteerd, maar ik zou erop willen wijzen dat minister Gruijters op 25 maart jl. ook heeft gezegd dat de gehele aangelegenheid nog in discussie is, ook of Breda al dan niet een groeistad zal worden. Bovendien is nog een onderzoek gaande. De heer TEN WOLDE: In hetzelfde antwoord van de minister wordt gezegd dat hij het niet onwaarschijnlijk acht en in dezelfde zin snede staat tevens dat de pers het tegengestelde heeft beweerd. Ik meen dat dit een duidelijke bevestiging is van de richting, waarin de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 289