291
24 APRIL 1975
lijk. Het is immers de vraag of overloop uit de randstad dient plaats
te vinden en zo ja, voor welke mensen. Verder is het de vraag of ten
aanzien van de werkgelegenheid ook aan overplaatsing gedacht moet
worden.
De huidige overloop is niet interessant en strookt niet met het
huidige verstedelijkingsbeleid. Immers, de huidige overloop is subur
banisatie op landelijk niveau.
De randstad loopt leeg door het wegtrekken van de bovenlagen
van de bevolking. Voor deze bovenlaag behoeven wij niet te bouwen
en dat willen wij ook niet. Bovendien zoeken zij kleine kernen, waar
zij extensief kunnen bouwen. Wij willen onze schaarse grond en ons
mooie natuurgebied niet.aan deze mensen ter beschikking stellen.
Daarom is een goede discussie nodig tijdens de procedure van de plano
logische kernbeslissing over de vraag of er overloop moet plaatsvinden
naar West-Brabant. Ook zou de vraag aan de orde moeten komen waar
die eventuele overloop terecht zou moeten komen. Zou de overloop
alleen aangewezen moeten zijn op Breda öf ook op andere West-Bra
bantse steden? Als Breda hierin een rol zou moeten spelen, kan de
vraag worden gesteld of dit zou moeten plaatsvinden in de Haagse
Beemden.
Nu wordt wel gewezen op het streekplan West-Brabant en op
de nota over de ontwikkeling van Zuid-West-Nederland, maar wij
moeten bedenken dat die stukken zijn opgesteld in een periode, waar
in wij nog uitgingen van zeer hoog gespannen bevolkingsprognoses. Op
het ogenblik is daarin een duidelijke kentering waarneembaar en ook
het hele denken over spreiding staat ter discussie. Wij zien nu dan ook
dat het streekplan van West-Brabant opnieuw wordt bekeken. Er vindt
een herwaardering plaats en voor zover bekend is, zal pas eind 1975
een eerste interim-rapport beschikbaar zijn.
Als wij zien wat nog aan inspraak moet plaatsvinden op natio
naal en provinciaal niveau inzake de herwaardering, kunnen wij na
gaan wat aan inspraak is gedaan op lokaal niveau. Dat ziet er niet al
te best uit. Gelukkig wordt er gewerkt aan een nieuw bestemmingsplan,
maar het zal pas gereed zijn als de buurt al bewoond is. Het is dan ook
onjuist om hiervoor het ondemocratische artikel 19 te gebruiken.
Wij hebben dus ook problemen met de inspraak en het is niet
verwonderlijk dat juist de STAR gepleit heeft voor een procedure, waar
bij een optimale toetsing kan plaatsvinden. Mevrouw Paulussen zal
hieraan in het bijzonder aandacht wijden.
Tenslotte wil ik erop wijzen - - ik heb dit kunnen aantonen in
de laatste gecombineerde commissievergadering -- dat de Stedebouw-
kundige Adviesraad zich nooit heeft uitgesproken over het bebouwen
van de Haagse Beemden. Er is alleen een uitspraak van de werkgroep,
maar krachtens de verordening moet de STAR adviseren in een ple
naire vergadering. In die plenaire vergadering heeft men zich zelfs
tegen bebouwing uitgesproken. Men is in een plenaire vergadering nog
niet teruggekomen op deze aangelegenheid.
Tot nu toe is nog geen fundamentele discussie gehouden over
het realiseren van een dergelijke grootschalige uitbreiding en als wij
dit in aanmerking nemen en als wij zien wat er gebeurd is op het ge
bied van inspraak, kan de federatie van fracties slechts concluderen