24 APRIL 1975
304
De heer CRUL: De minister vraagt dus duidelijk van u
Wethouder VAN DUN: "Van de RAAD" hebt u gezegd.'
De heer CRUL: Tot nu toe heeft de minister uitsluitend met het
college gecorrespondeerd.
Wethouder VAN DUN: Ik heb opgeschreven dat u zojuist hebt
gesproken over eenstemmigheid in de raad en over de opvatting dat de
raad maar het bedrag moet vragen dat hij meent nodig te hebben.
Dat hebt u net gezegd.'
De heer CRUL: Over het realiseren van het totale plan, ja. Niet
over de aanvrage.'
Wethouder VAN DUN: U hebt zojuist over een bijdrage in geld
gesproken.'
De heer CRUL: Nee, daar heb ik geen woord over gezegd.
Wethouder VAN DUN: Dan heb ik u zeker verkeerd begrepen.
De heer CRUL: Met betrekking tot de verwezenlijking van de to
tale plannen vraagt de minister eenstemmigheid in de raad. Tot nu toe
heeft de correspondentie zich beperkt tot de minister en het college:
de raad is daar niet bij betrokken. B. en w. hebben ook zonder de raad
daarin te kennen hun brief van 5 december j. 1. geschreven waarin aan
de wens van de minister is voldaan. Op grond daarvan is punt I volko
men overbodig. Punt II is echter van zó vérgaande betekenis, dat wij
zonder de informatie die wij van de minister moeten krijgen en zonder
de uitkomst van de benodigde studies dat besluit vandaag niet kunnen
nemen. Wij zijn van mening dat de bewijslast op dit ogenblik bij de
minister ligt en dat deze een uitspraak moet doen over enkele zeer be
langrijke aspecten die met de ontwikkeling te maken hebben. Naar on
ze mening dient een dergelijke uitspraak te worden afgewacht voordat
wij welke plannen ook maar kunnen goedkeuren. Een dergelijke goed
keuring achten wij op dit ogenblik onjuist en onaanvaardbaar. Zoals
reeds uit de betogen van andere leden van onze fracties zal zijn geble
ken, zijn wij op dit ogenblik niet in staat deze voor de stad zo belang
rijke stap te doen. De informatie is daarvoor onvoldoende: er ontbreken
nog belangrijke facetten aan, die reeds zijn genoemd. Een belangrijk
facet is in dit verband het onderzoek van de minister, waarvan de re
sultaten op een breed terrein betrekking zullen hebben.
Daarmee houdt verband het besluit van het rijk over de bijdrage
die het zal leveren. Voorts noem ik het afwegen van de belangen op
het laatste ogenblik
Met betrekking tot de plannen zelf willen wij op twee belangrij
ke aspecten aanmerkingen maken. In de eerste plaats iets over de ma
nier waarop de beschikbare ruimte zal worden verdeeld: volgens de hui
dige plannen zal één derde deel van de grond voor bouwmogelijkheden