24 APRIL 1975
308
trekken als wij spreken over het samengaan van woon- en werkgelegen
heid. Wij moeten ons ervan bewust zijn dat de werkgelegenheid voor de
kleine bedrijven in de stad Breda vrijwel niet meer te vinden is. Daar
komt nog bij dat juist de kleine bedrijven van zeer groot belang zijn
met het oog op de spreiding van de risico's bij het teruglopen van de
werkgelegenheid, terwijl juist de kleine bedrijven duidelijk op een Bre
dase functie gericht zijn. Ik hoef voorts niet te wijzen op het belang
van het woon/werk-verkeer; de verkeersdeskundigen onder ons kunnen
dat beter vertellen.
De betekenis van kantoren kan men in de kantorennota vinden.
Ik kan volstaan met daarnaar te verwijzen en nog eens te attenderen op
enkele recente voorbeelden van de grote betekenis van de vestiging van
administratiekantoren, banken en bedrijven. Degenen die geregeld met
de werkgelegenheidsproblematiek bezig zijn, kunnen beter dan ik de
betekenis aangeven die dergelijke vestigingen op het gebied van de
werkgelegenheid en daardoor ook in de consumptieve sector hebben.
Bij de beoordeling van de financiële aspecten heb ik er begrip
voor dat deze met betrekking tot de welzijnsvoorzieningen pas worden
behandeld als de uitslag van de studie van een belangrijk orgaan, name-
de interdepartementale werkgroep knelpunten woningbouw, békend is.
In feite zou ik met betrekking tot het totale financiële aspect moeten
herhalen wat de heer Crul op 14 februari 1974 reeds heeft gezegd, na
melijk dat de financiële consequenties nog niet te overzien zijn. Dit is
juist, zolang de minister van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening
nog niet de financiële handreiking in concrete cijfers heeft gegeven.
Het zou een reden te meer zijn om te voldoen aan het verzoek van de
minister, hetgeen ook in het preadvies vervat is.
Toch moeten wij om een inzicht te hebben over een financiële
opzet beschikken, die niet ten koste van kwaliteit mag gaan. De land
schappelijke aspecten kunnen gepaard gaan met een voor ieder lid van
de bevolking van de Haagse Beemden zeer aantrekkelijk te bouwen
woonoord. Eerder heb ik al gezegd dat wij de vestiging van het indus
triegebied op zichzelf buiten beschouwing van de voorgelegde exploi
tatie-opzet zouden kunnen laten. Wel moet er naar worden gestreefd
dat zo goedkoop mogelijk industrieterrein kan worden uitgegeven, wil
len wij onszelf niet uit de markt prijzen. De aanleg van een spoorrac-
cordement is niet nodig. De zwaardere industrieën zouden wij moeten
verwijzen naar het industrie- en havenschap Moerdijk, waar bedrijven
van grotere omvang aan diep water en spoor alle mogelijke faciliteiten
kunnen vinden.
De woningbouw daarentegen is een hoofdbestanddeel van de ex
ploitatie in de Haagse Beemden. Dit moeten wij vertaald vinden in de
exploitatie. Hier zullen wij moeten kunnen bouwen met de financiële
impulsen van het rijk, zowel voor de woningbouw en in het bijzon
der de sociale woningbouw -- als met betrekking tot andere vormen
van huisvesting en alle andere nodige werken. Dit betekent dat er voor
moet worden gewaakt dat de sociale opbouw van de Haagse Beemden
verschraalt, zodat tal van voorzieningen in de exploitatie moeten zijn
opgenomen. Van rijkswege moeten dusdanige financiële impulsen wor
den gegeven, dat bouw door woningbouwverenigingen, particulieren en