24 APRIL 1975 324 de waarde te geven die de raad er vanavond aan moet toekennen. Dank zij deze werkwijze zijn de opzetten rijp om als onderhandelingsbasis in onze contacten met het rijk te worden gebruikt. Zij zijn -- mede door de twee genoemde auteurs -- volgens de rijksnormen ontwikkeld. Uit de geëtaleerde cijfers kunnen twee problemen worden afge leid, die men naar mijn mening duidelijk van elkaar moet onderschei den, Er is namelijk gebleken dat er, zoals de heer Van Banning terecht heeft gezegd, bijvoorbeeld omtrent het bedrag van 89 miljoen mis verstanden kunnen rijzen en bovendien ben ik van mening dat ér onder scheid moet worden gemaakt tussen de financiële problemen die ver band houden met de exploitatie-opzet en de financiële problemen die daar geen verband mee houden. Allereerst iets over de kosten die niet door de exploitatie van het gebied zelf kunnen worden opgebracht. Voor allerlei infrastructurele werken zal naar schatting een bedrag van ongeveer/. 89 miljoen, inclusief B. T. W. nodig zijn. Overigens vra gen wij .aan de minister als bijdrage niet het volle bedrag van/. 89 miljoen, omdat daarvan/. 31 miljoen vanuit het gebied zelf wordt ge dekt: de zgn. "omslagkosten grote werken" die bij de verkoop van gron den in het gebied aan snee komt. Vanuit het gebied wordt een bedrag van/. 31 miljoen opgebracht, zijnde een gedeeltelijke dekking van het bedrag van 89 miljoen. Een ander punt -- ook door de heer Van Banning genoemd -- wordt gevormd door het bedrag van/. 15 miljoen, waarvoor wij een subsidiehand uitsteken naar de minister van verkeer en waterstaat terzake van de bestaande, subsidieregeling "verkeer en ver voer in en om steden". Het is geen dagdroom dat op die regeling een be roep zou kunnen worden gedaan: uit ambtelijke contacten met het mi nisterie van verkeer en waterstaat is gebleken dat wij op basis hiervan onderhandelingen over deze subsidie kunnen beginnen. Door enkele wer ken te laten vervallen kan in het budget openbare werken een bedrag van 4 miljoen worden vrijgemaakt. Uit dit alles volgt dat wij voor ongeveer 50 miljoen geen bijdrage aan de minister hoeven te vragen. Uitgaande van het eerder genoemde bedrag van/. 89 miljoen, moet er dus, als de raad vanavond het voorstel goedkeurt, een bijdrage van 39 miljoen aan de minister worden gevraagd. Dit neemt overigens niet weg dat wij ook nog met de minister van verkeer en waterstaat moeten onderhandelen over een bijdrage van 15 miljoen op basis van de subsidieregeling "verkeer en vervoer in en om steden". Wanneer van de raad een ultieme beslissing over de Haagse Beemden zal worden gevraagd, zullen de resultaten van de on derhandelingen aan de orde moeten komen. Naast de zojuist behandelde consequenties van de infrastructure le maatregelen doet zich een mijns inziens zeer interessant maar ook moeilijk probleem voor. Zoals men in de exploitatie-opzet heeft kun nen zien, komen wij in het bijzonder voor de woningwetbouw tot grond- kosten die de gebruikelijke subsidienormen aanzienlijk te boven gaan. Aangezien de minister dat had voorzien, heeft hij in dit stadhuis toege zegd dat hij bereid is voor dit gebied met lokatiesubsidie over de brug te komen. Dit houdt in dat er rijksmaatregelen worden getroffen om de grondprijs voor de woningwetbouw tot een niveau terug te brengen dat tot aanvaardbare huren in de woningwetsector kan leiden. Er doet zich echter een merkwaardig verschijnsel voor. In het reeds genoemde "brui-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 324