327 24 APRIL 1975 te ontwikkelen. Het is de raad bekend dat wij daarna een viertal ge sprekken met de randgemeenten hebben gevoerd om de groeibrieven operationeel te maken. Daaruit hebben Breda en de vier randgemeen ten bepaalde conclusies getrokken, die aan het provinciaal bestuur zijn voorgelegd en die als volgt luiden. Op de eerste plaats deden Breda en de vier randgemeenten destijds de mijns inziens belangrijke uitspraak dat zij adhesie betuigden aan het tot ontwikkeling brengen van de Haagse Beemden: zij zouden deze ontwikkeling positief bevor deren. Op de tweede plaats kwam men tot de conclusie dat het moge lijk zou moeten worden gemaakt dat in de randgemeenten in zekere mate de natuurlijke groei kon worden opgevangen. Er is toen iets merkwaardigs gebeurd, dat echter niet onbegrijpelijk was omdat wij een verzoek tot de provincie hadden gericht: verleden jaar hebben wij betoogd dat wij een garantie van de provincie moesten hebben om te voorkomen dat er, wanneer wij de Haagse Beemden zouden gaan ontwikkelen, bij gebrek aan voldoende planologische ondersteu ning in het gebied een tweede Haagse Beemden zou komen. Die ga rantie wilde de raad hebben en die hebben wij gekregen. Het gevolg is geweest dat de ontwikkeling in de randgemeenten volkomen is be vroren; in die gemeenten werd geen bestemmingsplan goedgekeurd. Op grond daarvan is op verzoek van de vier randgemeenten het over leg tussen Breda en de randgemeenten heropend. Het is de bedoeling er gevijven met de groeibrieven ais uitgangspunt in de richting van het provinciaal bestuur voor te zorgen dat er in ieder geval in de randgemeenten iets kan gebeuren, dat in het belang is van Breda en de vier randgemeenten gezamenlijk. Er zijn eindeloze gesprekken ge voerd over autonome groei en natuurlijke groei, maar ik geloof dat het het belangrijkste is te constateren dat wij gevijven zijn overeengeko men dat deze kwestie een fundamentele inbreng in het toekomstige stadsgewestelijk structuurplan is. In de raad is vanavond gevraagd hoe een en ander zich tot het stadsgewestelijk structuurplan verhoudt; wel nu, het antwoord is dat aspecten van autonome groei, aspecten van na tuurlijke groei in de randgemeenten, het item van de Haagse Beemden, door vijf gebeenten ondersteund, en andere zaken in het gebied worden aangedragen en hun beslag zullen krijgen in gezamenlijk overleg in het kader van het stadsgewestelijk structuurplan. Dat is een antwoord op de vraag van de heer Welschen, Belangrijk is dat er wordt gevraagd wanneer het stadsgeweste lijk structuurplan gereed zal zijn. Dit structuurplan zal niet morgen gereed zijn en evenmin over één of twee jaar, maar wij gaan ervan uit dat het over drie jaar beschikbaar zal zijn. Hoe komen wij de periode van nu tot] januari 1978 door?Het doet mij deugd dat gebleken is dat tussen de portefeuillehouders op het gebied van de ruimtelijke ordening, de vier burgemeesters van de randgemeenten en ondergetekende, afge lopen maandag overeenstemming is bereikt over een pragmatische op lossing tussen nu en 1 januari 1978. Een en ander houdt in dat wij, zo onze colleges dit goedkeuren, gezamenlijk een brief aan het provinci aal bestuur zullen sturen waarin wordt verzocht om goedkeuring van de bestemmingsplannen die het mogelijk maken tot 1 januari 1978 in de randgemeenten zonder aantasting van de Haagse Beemden-pro blematiek een hoeveelheid woningen van 1. 000 eenheden te bou wen. Dit betekent dat er tussen nu en 1 januari 1978 met onze

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 327