329 24 APRIL 1975 ontstaan doordat deze adviesraad zijn inzichten niet ten volle in het preadvies terugvindt. Ik kan dit beamen. Ik geloof dat het preadvies in verband met de daarin aan de raad voorgestelde besluiten nogal is gericht op procedurekwesties en activiteiten die zullen moeten worden ondernomen. De inbreng van de St. A. R. zal mijns inziens een veel grotere waarde krijgen bij de activiteiten in verband met de opstelling van het ontwerp-structuurplan voor de Haagse Beemden, waaraan wij volgens het schema over twee maanden willen beginnen. Op dat ogen blik houden wij ons inhoudelijk met de Haagse Beemden bezig en spre ken wij over de inrichting van het gebied. Alsdan is de St. A.R. van nog meer betekenis dan op dit' ogenblik. Het doet mij deugd dat wij deze keer niet koel, kuis, zakelijk en correct een concept-preadvies aan de St. A.R. hebben voorgelegd met het verzoek daarover een me ning te geven; dit maal hebben wij echter evenals voor de binnenstad een procedure ontwikkeld waarbij de St.A.R.de dienst van openbare werken, de sociografische dienst en allen die aan de Haagse Beemden werken maandelijks gezamenlijk de stukken behandelen. Op die ma nier komt er een discussie op gang die tot een eindadvies moet leiden. Dat men elkaar op een gegeven ogenblik zou kunnen compromitteren, is duidelijk. Het is echter de vraag wat de waarde van de adviezen is en of het op deze wijze beter gaat dan op een andere manier. Ik ge loof dat het zo inderdaad beter gaat. Bén bepaald aspect van het contact met de Haagse Beemden is vanavond niet genoemd, maar ik wil het hier toch vermelden. Er is gesproken over verontrusting bij de bewoners die wij zouden moeten wegnemen. Zoals men weet is er in het gebied een commissie van de bewoners zelf die regelmatig vergadert met de wethouder van ruimtelij ke ordening en openbare werken van de gemeente Prinsenbeek. Aan de commissie is voor het verstrekken van informatie een ambtenaar van de gemeente Breda toegevoegd. Maandelijks heb ik met mijn collega van Prinsenbeek contacten over aangelegenheden die in het gebied moeilijkheden opleveren. Deze commissie blijft bestaan; ook als het gebied aan Breda zal worden overgedragen zal de commissie onder ons voorzitterschap haar eigen leven blijven leiden in de rol van in spraakcommissie van het gebied zelf. Aangezien dit punt nog nooit in deze raad ter sprake is geweest, meende ik het te moeten vermelden. Ik ben blij dat degenen die erover hebben gesproken onze nieuwe realiseringsmethodiek ondersteunen. Dit betekent dat wij afre kenen met een principebesluit dat het college drie jaar geleden had genomen en waarin werd uitgesproken dat wij de Haagse Beemden met een projectontwikkelaar wilden ontwikkelen. Thans zullen v/ij daaren tegen streven naar het formeren van een bouwteam. Dit houdt op de eerste plaats in dat de gemeente Breda bij alle uitvoeringswerkzaamhe den in de Haagse Beemden centraal blijft staan. Op de tweede plaats kan onze gemeente zelf bepalen wie iets gaat uitvoeren en op welke plaats dit zal gebeuren, hetgeen van groot belang is. Er moet een keuze worden gedaan uit bouwers en beleggers en het zal moeilijk zijn daarbij een objectieve gedragslijn te volgen. Ik kan mededelen dat bij het college emotioneel de gedachte leeft dat in de Haagse Beemden op bouwtechnisch gebied mensen werkzaam zullen moeten zijn die in het verleden hebben bewezen een betrouwbaar en goed

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 329