24 APRIL 1975 334 grond van dit alles onderschrijft het college gaarne de motie van de heer Geene. De motie van de heer Ten Wolde inzake de welzijnsvoorzienin gen geeft naar onze smaak een enigszins bredere uitleg dan in het pre advies wordt vermeld. Om eventuele misverstanden weg te nemen wijs ik erop dat het inderdaad conform de bedoelingen van het college is dat, wanneer de raad het sein voor de Haagse Beemden op groen zet -- nogmaals: dat doet hij vandaag niet ae financiële consequenties van de welzijnsvoorzieningen minimaal geïndiceerd moeten worden, zodat de raad ze in zijn besluitvorming kan betrekken. Op grond daar van neemt het college ook de motie van de heer Ten Wolde over. Wij stellen de raad voor overeenkomstig de motie te besluiten. In de motie van de heer Crui wordt vastgesteld dat punt I van het concept-besluit overbodig zou zijn omdat het college eigenlijk al met een procedure bij de minister bezig is, die het kan voortzetten. De beslissing met betrekking tot punt II zou volgens deze motie moeten worden verdaagd. Nogmaals: wij vinden het democratisch dat de raad van Breda op dit ogenblik de besluitvorming van het college bevestigt en dat hij voorts -- dat is niet in de laatste plaats van belang --de in punt II genoemde uitgangspunten voor de onderhandelingen goedkeurt om ons daarmee "op stap" testuren, In deze context is de motie van de P. v. d. A. en de P. P. R. voor het college volstrekt onaanvaardbaar. Tot slot het volgende. Over de Haagse Beemden zou men uren kunnen praten, hetgeen wij dan ook doen; ik maak mij daar het meest schuldig aan. Men zou de Haagse Beemden eenter ook op een geheel andere wijze kunnen benaderen. Men kan de vraag stellen of het in strijd met de welzijnsbeleving van de thans in Breda woonachtige burger is dat wij de Haagse Beemden gaan ontwikkelen. Het ligt voor de hand dat wij deze vraag stellen omdat wij de volksvertegenwoordiging in het Bredase vormen. Mijn antwoord op de vraag is ontkennend. Het is immers in de eerste plaats in het belang van de Bredase burger dat hij ook straks in Breda zal kunnen blijven wonen. Bovendien moet hij we ten dat hij zich in Breda thuis kan voelen met een voorzieningenniveau zoals het er nu is. In de tweede plaats kan men de vraag stellen of het in het be lang is van degenen die in de Haagse Beemden gaan wonen dat wij dit besluit nemen. Ik geloof dat wij het lef moeten hebben om elkaar recht in de ogen te kijken; de manier waarop wij tezamen met de raad proberen de Haagse Beemden, als de raad daarmee instemt, tot ont wikkeling te brengen, biedt een garantie dat er in de Haagse Beemden een woonmilieu wordt ontwikkeld waarin het in het Nederland van morgen de moeite waard zal zijn te leven. Die garantie hééft ons col lege en op grond daarvan durven wij de besluitvorming aan de raad voor te leggen. Ik dank u. De heer CRUL: Onze fracties hebben behoefte aan enig beraad. De VOORZITTER: Wat is "enig", mijnheer Crul?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 334