24 APRIL 1975
340
visie -- waarvoor wij ten slotte gekozen zijn -- niet door ons aanvaard.
Van de 6 voorstellen en moties van de kant van C. D. A. en V. V. D.
hebben wij 67 °7o aanvaard en 33 °lo afgewezen. Van onze kant is in to
taal 16 maal een voorstel of motie ingediend. Het zal duidelijk zijn dat
de teleurstellende mededeling moet worden gedaan dat daarvan door
C. D.A. en V. V. D. geen enkelevoorstel is aanvaard.
Mijnheer de voorzitter. Ik zal na de vergadering het overzicht
aan u overhandigen.
De VOORZITTER: Dat is fijn, mijnheer Oomen. Hiermee is te
gelijkertijd de "tussensprint" beëindigd, zodat wij weer over de Haagse
Beemden zullen spreken. Het woord is aan de heer Crul.
De heer CRUL: Het voorstel inzake de Haagse Beemden hoort
straks waarschijnlijk wel in het overzicht thuis.
De heer Geene heeft zich afgevraagd welke betekenis onze mo
tie in de besluitvorming zou kunnen hebben. Wij hebben daar in de
fractie uitgebreid over gesproken en gebleken is dat wij op grond van de
argumenten die wij hebben genoemd op dit ogenblik niet aan besluit
vorming toe zijn.
Wij verwachten dat er informatie ter tafel zal komen en wan
neer dit het geval zal zijn zullen wij die informatie zonder meer in
ernstige overweging nemen, waarbij wij alle mogelijkheden die zich
voordoen tegen elkaar zullen afwegen. Met het oog daarop willen wij
op dit ogenblik geen besluit nemen. Wij staan nog steeds open voor de
oplossing die voor Breda het beste is.
Ik zou mij tot enkele essentiële punten willen beperken. In de
commissievergadering heeft de wethouder in verband met de suburbani
satie het woord "concurrentie" gebruikt, maar hij heeft dat vanavond
weggelaten. Met het begrip "concurrentie" werd bedoeld dat Breda een
attractief pakket van mogelijkheden op woongebied aan de toekomsti
ge bewoners zou moeten kunnen bieden. Misschien heeft de wethouder
dit begrip weggelaten in verband met de nieuwe plannen die hij naar
ik heb begrepen heeft aangekondigd. Ik heb begrepen dat er nieuwe
plannen voor de Haagse Beemden aan de minister moeten worden voor
gelegd en dat de plannen die tot nu toe zijn ingezonden zouden moeten
worden aangepast. Dat is namelijk het kernpunt.
Wij willen, voornamelijk uit solidariteitsoverwegingen, best
onze steen bijdragen om aan de suburbanisatie een halt toe te roepen.
Het is echter de vraag voor welke groep van burgers wij dat willen doen.
Naast deze zeer belangrijke vraag zijn er ook aspecten van werkgele
genheid in het geding. Wij zijn van mening -- ook het landelijk beleid
gaat mijns inziens in die richting -- dat er bijzonder zuinig met de be
schikbare grond moet worden omgesprongen. Als men daarvan uitgaat
en daar bovendien bij betrekt dat de structurele werkloosheid moet wor
den aangepakt, is het de vraag of wij inzake de Haagse Beemden wel
de juiste weg bewandelen. Naar onze mening is dit zowel met betrek-