351
24 APRIL 1975
college gezegd dat het 'gesprek met de I. W. K. W. langer zal duren dan
tot september, maar de juiste betekenis van een en ander is mij niet
geheel duidelijk geworden. Wat I. W. K, W. is, weet ik wel: als ik het
nakijk weet ik de betekenis daarvan wel weer, hoewel ik moet beken
nen dat ik het gecompliceerd vind.' Graag zou ik echter de aandacht
voor het volgende willen vragen. In de eerste plaats moeten wij sterk
aandringen op een kwalitatief goede ontwikkeling van de Haagse
Beemden. In de tweede plaats zou ik graag van het college vernemen
in hoeverre dit bij de minister --ik weet niet of het college op zeer
goede voet met de minister staat van invloed zal zijn op de besluit
vorming. Als een en ander geen invloed heeft, zitten wij straks nog
steeds op geld te wachten. Ik ben het er toch wel mee eens dat wij
moeten weten hoeveel geld wij van het rijk krijgen: zoals ik al heb
betoogd, kunnen wij het benodigde geld niet uit het 2,5 %-budget ha
len, zodat de situatie bij onduidelijkheid omtrent de rijksbijdrage
moeilijk wordt. Ik zou het prettig vinden als het college op dit punt
nog enige toelichting zou geven.
Het punt van Bavel en Dorst zit mij toch niet lekker. Misschien
zullen wij op den duur eens moeten nagaan of de ontwikkelingen daar
wel op het gebied bij Breda zouden aansluiten. Vroeger hebben wij
daar al eens over gefilosofeerd, maar zéker weten wij dat het, als het
tot besluitvorming moet komen, jaren zal gaan duren voordat "Den
Haag" meegaat. Ik heb het idee dat "Den Haag" niet altijd even snel
met zijn besluitvorming is, zodat ik meen dat wij niet al te optimis
tisch moeten zijn. Ik geloof dat het project-Bavel-Dorst op dit ogen
blik dan ook geen redelijk alternatief is.
Er is gesproken over de exploitatie van het gehele gebied
Haagse Beemden c. q. het afrondingsgebied. Ik meen dat wij in alle
toonaarden hebben gezegd dat wij over een exploitatie-OPZET praten.
Met andere woorden: er worden aan "Den Haag" allerlei gegevens ver
schaft. Van de kant van het college is gezegd dat daarover is geadvi
seerd door de heer Van der Horst van de V. N. G. en door nog een an
der belangrijk heer, waarvan ik tot mijn spijt da naam niet meer weet.
In ieder geval mogen wij op grond van de persoon van de beide advi
seurs aannemen dat er een goede gespreksbasis is. Ik moet dan ook
eerlijk zeggen dat het mij niet geheel duidelijk is waarom wij deze
opzetten niet aan de minister kunnen voorleggen, mede omdat is afge
sproken dat er later altijd nog over de verdere ontwikkelingen in het
gebied Haagse Beemden kan worden "gestoeid". Er zullen ons nog al
lerlei besluiten worden voorgelegd en ik meen dat wij er nog ruim
schoots de tijd voor zullen krijgen daarover te spreken.
Ten leste het volgende. Ik heb geprobeerd een betoog te hou
den voor de ontwikkeling van een woongebied en een kleinschalig in
dustriegebied, maar ik heb de indruk dat dat niet geheel is overgeko
men. Daardoor ben ik eigenlijk enigszins teleurgesteld, want ik heb
nog getracht met cijfers aan te tonen een hoe grote waarde de door mij
bepleite gang van zaken heeft, maar daar heeft niemand op gerea
geerd. Ik betreur dit, want ik ging ervan uit dat ik de heer Crul en de
zijnen op basis van dit gegeven onmiddellijk mee zou kunnen krijgen.