353
24 APRIL 1975
over. Wil de heer Beckers zijn betoog vervolgen?
De heer BECKERS: Ik had nog willen zeggen dat ik een en an
der niet als een ontduiken van de verantwoordelijkheid beschouw.
Juist op grond van onze verantwoordelijkheid en de stelling die door
de heer Crul zorgvuldig is geformuleerd -- dat wij op dit ogenblik
niet imstaat zijn een beslissing te nemen -- zal ons inderdaad geen
andere weg open blijven dan deze zaal te verlaten, tenzij er op het
allerlaatste ogenblik nog enig begrip voor ons standpunt is. Eén van de
vitale punten in de discussie is namelijk dat er prijzend wordt gespro
ken over St. A.R. -adviezen en de manier waarop die zijn geïntegreerd,
maar dat onze visie steeds buiten spel wordt gezet en onvoldoende za
kelijk wordt bediscussieerd, ondanks het feit dat de heer Dees van me
ning is dat er wèl een zakelijke discussie over enkele punten is ge
voerd. Juist omdat naar onze mening het risico aanwezig is dat door de
ontwikkeling van de Haagse Beemden allerlei andere belangrijke voor
zieningen voor de huidige bewoners op de tocht komen te staan --zo
zouden de stadsvernieuwing, de reconstructie van de binnenstad en ve
le andere punten waaraan wij prioriteit geven voor een langere ter
mijn kunnen worden uitgesteld --, hebben wij moeite met de huidige
plannen voor de Haagse Beemden. De raad beschikt nog lang niet over
alle gegevens om tot een verantwoorde beslissing te kunnen komen.
Wij missen het structuurplan, het STIBOKA-rapport, het woningmarkt
onderzoek, de regionale bevolkingsprognose en de financiële toezeg
ging van de minister. Pas wanneer deze gegevens ter beschikking
staan, kunnen wij tot een verantwoorde besluitvorming komen.
Wethouder VAN DUN: Ik zal bijzonder kort antwoorden. Hoe
wel mij de handen wel eens jeuken om in de raad op de partijpolitie
ke toer te gaan, meen ik dat het van de kant van het college een pas
sende gedragslijn is enigszins bestuurlijk-zakelijk te blijven opereren.
De heer Geene heeft een vraag gesteld over de financiële con
sequenties van het niet-uitbreiden. Als ik het omdraai kan ik medede
len dat wij voornemens zijn -- dit blijkt ook uit het preadvies -- bij
de behandeling in dit najaar, wanneer het groene licht door de raad
zou moeten worden gegeven, de financiële implicaties van een groei
end gebied Haagse Beemden aan de orde te stellen, ook met het oog
op de budgettering. Hieruit kan men afleiden dat men op dat ogenblik
ook omtrent het niet-uitbreiden duidelijkheid zal hebben. Deze aspec
ten komen in september/oktober aan de orde.
Een iets moeilijker punt wordt gevormd door alternatieven in
het stadsgewestelijk structuurplan, waarbij Bavel-Dorst aan de orde
komt. In dat verband heeft ook de heer Dees enkele opmerkingen ge
maakt. Mijns inziens moet men zich van de gang van zaken de volgen
de voorstelling maken: wij gaan "en route" in de Haagse Beemden en
er komt uiteraard een stadsgewestelijk structuurplan. Ondanks hetgeen
hier vanavond wordt gezegd, zal voorts uiteraard ook de streekplanvi
sie waarbij de streek Bavel-Dorst is aangewezen als secundair woon-