369
15 MEI 1975
dit terrein in gebruik te nemen moeten betrekken het feit, dat dit
terrein op bepaalde tijdstippen niet gebruikt zak kunnen worden.
VRAAG, (gesteld in de raadsvergadering d. d. 17-3-1975).
De heer CRUL: De federatie van fracties van Partij van de Ar
beid en P. P. R. heeft de vragen van de heer Geene ex artikel 40 van
het reglement van orde d. d. 27 januari 1975, het antwoord van het
college en de discussies in de raadsvergaderingen van donderdag 13
maart j. 1. en van vandaag als opmerkelijk ervaren. Ten einde meer
helderheid in deze belangrijke kwestie te verkrijgen verzoeken wij het
college, mede als representant van de fracties van C. D. A. en V. V. D.
om antwoord op de volgende vragen.
1. Op welke wijze worden van de visie van het college afwij
kende standpunten van de federatie van fracties van P. v. d. A.
en P. P.R. verwoord? Wij denken hierbij aan de volgende ge
vallen:
- de voorstellen aan de raad;
- de vertegenwoordigende rol namens de gehele raad jegens
de burgerij van Breda;
- de vertegenwoordigende rol namens de gehele raad in de
overige activiteiten van het college.
2. Op de vragen ex artikel 40 van het reglement van orde van
de heer Geene d. d. 27 januari 1975 worden op essentiële
punten door het college antwoorden gegeven die voor meer
dan één uitleg vatbaar zijn. Deze komen op de volgende
vragen neer;
awelke normen legt het college aan om de relatie met de
fracties in de raad te kwalificeren?
b. Is het mogelijk dat het college in een later stadium zijn
oordeel over het in gevaar brengen van de Bredase belan
gen uitspreekt? Indien dit het geval iswelke criteria zal
het college daarvoor hanteren?
c. Op grond van welke in het verleden geformuleerde af
spraken en op grond van welke overwegingen is het colle
ge van oordeel dat met het gebruik van initiatief-voor
stellen zuinig moet worden omgesprongen?
d. Op welke wijze zorgt de voorzitter van de raad ervoor
dat de leden van de raad de bij hen levende opvattingen
in het besluitvormingsproces tot uiting kunnen brengen?
ANTWOORD.
Allereerst wordt opgemerkt, dat het college van burgemeester en wet
houders niet mede optreedt als representant van de fracties van C. D. A.
en V. V. D.doch als dagelijks bestuur van de gemeente, een en ander
in overeenstemming met de bepaling van de gemeentewet.