15 MEI 1975 370 1. In de stukken, die van ons college uitgaan, worden geen frac tiestandpunten verwoord. Met name in voorstellen aan de raad wordt het standpunt weergegeven van het college, dat krachtens de wet belast is met de behoorlijke voorbereiding van al hetgeen in de raad ter overweging en beslissing moet worden gebracht. Bij de beraadslaging in de vergaderingen van raad en commis sies krijgen alle leden -- met inachtneming van het regle ment van orde --de gelegenheid hun standpunten uiteen te zetten. Daarvan wordt een verslag gemaakt, zodat deze stand punten steeds zijn terug te vinden. Bovendien zijn de vergaderingen openbaar, zodat iedere be langstellende burger van een en ander onmiddellijk kan ken nis nemen. Wanneer de raad eenmaal een besluit genomen heeft, is ons college belast met de uitvoering daarvan. Daarbij wordt niet vermeld, hoe het besluit tot stand gekomen is, zodat de bur ger, die b. v. omtrent de stemverhouding wil worden geïnfor meerd, de desbetreffende notulen en verslagen zal moeten raadplegen. Wanneer het college overigens optreedt als vertegenwoordi ger van de gehele raad worden geen fractiestandpunten ver woord. 2. a.Naar wij aannemen, wordt hier gedoeld op de relatie tus sen het college en de fracties. Formeel is een dergelijke relatie niet aanwezig: het college doet voorstellen aan de raad en vraagt advies aan de commis sies, doch een advies van de fracties wordt niet ingewonnen. Waar er geen relatie tussen college en fractie bestaat is er ook geen reden tot het kwalificeren van deze relatie. Mits dien zijn er geen normen voor een dergelijke kwalificatie. 2. b.Wanneer alsnog duidelijk zou blijken, dat door het op treden van bepaalde fracties uit de raad --op welk optreden de aangehaalde vragen van de heer Geene betrekking had den --de Bredase belangen in gevaar zouden zijn gebracht, zal het mogelijk zijn dat ons college daarover een oordeel geeft. Hierover zijn echter geen criteria aan te geven. 2. c.Ons college is -- zoals de vragensteller terecht consta teert -- van oordeel, dat met initiatief-voorstellen zuinig, althans prudent, moet worden omgesprongen. Hieraan liggen 0. m. de volgende overwegingen ten grondslag: 1. Het doen van een voorstel aan de raad vereist een deugde lijke voorbereiding, welke voorbereiding allereerst is op gedragen aan het college, zoals artikel 209, onder s van de gemeentewet voorschrijft. Is het voorstel niet behoor lijk voorbereid -- waarbij alle aspecten de aandacht moe ten krijgen (gevolgen voor het milieu, financiële conse quenties, mogelijkheid van uitvoering, goedkeuring hoge re overheden enz.) -- dan kan de raad geen behoorlijke

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 370