371
15 MEI 1975
beslissing nemen.
2. Het raadslid, dat bepaalde activiteiten wenst te zien ont
wikkeld, staan verschillende andere middelen ten dienste
om zulks te bereiken: het stellen van vragen aan het col
lege of aan een college-lid, een motie, interpellatie
enz.
Deze middelen zijn in het algemeen meer geëigend dan
het initiatief-voorstel.
Afspraken omtrent het indienen van initiatief-voorstellen
zijn, naar wij menen, niet gemaakt, doch dit lijkt ook
niet nodig, daar op redelijke gronden een ieder tot be
perking van het uitoefenen van het recht van initiatief
zal concluderen.
2. d.De voorzitter geeft ieder raadslid bij de besluitvorming
over ieder agendapunt alle gelegenheid om zijn mening
naar voren te brengen. Daarbij moet echter wel bedacht
worden, dat de activiteiten in de gemeenteraad primair
zijn gericht op het nemen van besluiten, terwijl deze
besluitvorming zich zo enigszins mogelijk in een redelijk
tempo moet voltrekken.
VRAAG (gesteld in raadsvergadering d. d. 13-2-1975).
De heer WELSCHEN: Zoals misschien al min of meer werd ver
wacht wil ik enkele vragen stellen over de situatie in de Emerput. Het
zal het college terdege bekend zijn dat de Emerput door een scherm
in twee compartimenten verdeeld is; in het ene compartiment loost de
C.S.M. bietenspecie en in het andere wordt onder andere gevist. Nu
hebben wij in "De Stem" kunnen lezen dat er in het scherm een breuk
is opgetreden; door de Baroniese Hengelaars is vastgesteld dat zich in
het "schone" compartiment -- dat wij nu voortaan maar het zogenaamd
schone compartiment moeten noemen -- herhaaldelijk een duidelijke
troebeling heeft voorgedaan, terwijl voorts het zuurstofgehalte scherp
is gedaald.
Beide verschijnselen wijzen erop dat men bijna moet gaan spreken van
een directe lozing op de gehele Emerput in plaats van op één compar
timent.
In verband hiermee zou ik het college de volgende vragen willen stel
len.
1. Kan het college aan de hand van cijfers laten zien dat de
kwaliteit van het water in het schone compartiment niet in
gevaar is geweest, zoals van de kant van de C.S. M. in de
krant wordt beweerd?
2. Is het college er, nu deze breuk zo kort na het aanleggen
van het scherm is opgetreden, nog steeds van overtuigd dat
het aangebrachte scherm een afdoende bescherming van het
schone gedeelte inhoudt?
3. Indien vraag 2 ontkennend wordt beantwoord, welke stappen
heeft het college dan inmiddels ondernomen om de vervui
ling van het schone gedeelte in de toekomst tegen te gaan?