38 13 FEBRUARI 1975 VRAAG (gesteld in de raadsvergadering d. d„ 21-12-1974). De heer TEN WQLDE: Er zijn geregeld vragen gesteld met betrek king tot het plaatsen van zitbanken in ae omgeving van het winkelcen trum "De Burcht". In dat gebied is het percentage bejaarden vrij hoog, maar er zijn bij het winkelcentrum bijzonder weinig zitbanken voor hen aanwezig. Het lijkt mij verstandig enkele eenvoudige banken te plaatsen. Op het ogenblik staan er in de omgeving van "De Burcht" enkele bloembakken die gedurende een groot aeel van het jaar niet gevuld zijn: ik zou het college kunnen vragen deze bloembakken op hun kop te zetten, maar ik wil in ieder geval het verzoek doen op deze plaats enkele zitbanken te plaatsen. ANTWOORD. Binnenkort zullen een paar zitbanken bij het winkelcentrum "De Burcht" worden geplaatst. VRAAG (ing. art. 40, 2e.lid R. v. O. De heer GEENE: In "De Stem" van zaterdag 9 november verscheen in een artikel een aantal uitspraken van wethouder Van Dun over de beleidsvoornemens van de regering ter zake van het spreidingsbeleid van Surinaamse Rijksgenoten. 1. Kan het college ons over deze beleidsvoornemens van de regering informeren. 2. Valt hieruit af te leiden of en zo ja, in welke mate Breda in dit spreidingsbeleid zal of moet pariciperen. ANTWOORD. 1 ;en aanzien van de beleidsvoornemens van de regering met betrek king tot het spreidingsbeleid van Surinaamse rijksgenoten heeft de minister op de voorlichtingsbijeenkomst van 6 november 1974 over dit onderwerp, het navolgende medegedeeld. a. Het beleid van de Nederlandse regering is er op gericht in sa menwerking met de welzijnsstichtingen voor de Surinamers en met de gemeenten, te komen tot een betere spreiding op basis van vrijwilligheid van de rijksgenoten naar plaatsen in Neder land waar voor hen woonruimte kan gevonden worden en de kans op werkgelegenheid het grootst is. b. Er is een te sterke concentratie van de in grote getale ons land binnenkomende rijksgenoten in de vier grote steden, met name Amsterdam. Gedacht wordt nu aan het verplaatsen van circa 20. 000 personen uit de vier grote steden naar elders. c. Ervan uitgaande dat er ongeveer 50 gemeenten zijn waar werk en woongelegenheid relatief gunstig zijn, dan zou dit betekenen dat per gemeente 30 - 60 gezinnen over 1974/1975 moeten wor den gehuisvest. d. Ter effectuering van deze gedachte doet de minister een beroep op de solidariteit van de Nederlandse gemeenten om gezamen lijk op basis van vrijwilligheid hieraan gestalte te geven. e. Er is een Interdepartementale Commissie Beleidscoördinatie ten behoeve van Surinaamse- en Nederlands-Antilliaanse rijksgeno ten ingesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 38