m 391 15 MEI 1975 waarbij ik uiteraard moet improviseren. Ik meen te hebben begrepen dat de functionele muur waar het om gaat 350 jaar oud is. Ik heb wel eens gelezen dat zelfs een rul'ne van 350 jaar oud mag blijven bestaan, hoewel die op dit moment niet meer functioneel is; men legt zelfs wel eens een weg om teneinde een rul'ne te sparen. Voorts meen ik dat in dezen amovering zonder inschakeling van Monumentenzorg niet goed mogelijk is. Wij wachten het overleg van de wethouder met Monumen tenzorg dan ook graag af, terwijl ik de heer Van Asseldonk adviseer zijn motie in te trekken en rustig af te wachten tot deze kwestie op nieuw ter sprake komt. Wethouder VAN DUN: Misschien ga ik bij hetgeen ik ga zeggen tegen de orde, zelfs tegen de orde van het college, in. Ik heb de mo tie heel vluchtig doorgelezen en ik meen dat alle daarin aan de orde zijnde punten in de commissie zijn besproken, behoudens dan het meest epineuze punt, namelijk het voorstel om na de afronding van de ge sprekken met Monumentenzorg een aparte besluitvorming in de raad o- ver de muur te doen plaatsvinden. Persoonlijk vind ik dit volstrekt over trokken, maar aangezien ik het Catharinastraatproject zeer belangrijk acht heb ik er geen enkele moeite mee om met een preadvies over de muur in de raad terug te komen. De heer VAN ASSELDONK: Dat betekent dat de wethouder de motie ook zal kunnen ondersteunen. Wethouder VAN DUN: Ik ben daartoe bereid in de geest waarin ik de motie interpreteer. De heer VAN ASSELDONK: Dat is nu juist het punt, zodat ik de motie toch zal handhaven. De VOORZITTER: Aangezien wij toch een vrij ruime pauze zul len inlassen, is het wellicht goed dat de raad zich dan tevens nog over dit voorstel en de ingediende motie beraadt. U kunt dan omstreeks 21. 00 uur een uitspraak doen. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de beraadslagingen over dit agendapunt tot een later tijdstip in de vergadering aan te hou den. 42. bijlage nr. 179 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS EEN BIJDRA GE TE VERLENEN IN DE ACTIVITEITEN VAN HET COMITé BREDA MONUMENTENJAAR 1975. De heer OOMEN: Het Monumentenjaar 1975 zal langer dan het jaar 1975 duren en dat is voor de Federatie van fracties-van P. v.d. A. en P. P. R. het kernpunt van de discussie rond het Monumentenjaar. De Raad van-Europa die bij het uitroepen van 1975 tot Monumentenjaar op het behoud van het historisch bezit maar vooral op de eigentijdse be stemming van dat bezit weesnam daarmee naar onze mening een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 391