15 MEI 1975 392 goed initiatief. Niet zozeer het monument als een verbeelding van de niet altijd zo beste verhoudingen in het verleden, maar vooral zijn func tie in het hedendaagse maatschappelijke leven, waarin het met behoud van zijn vorm een zeer levendige en zinvolle plaats kan innemen, staat voor ons centraal. Zo'n zinvolle plaats komt alleen tot zijn recht als de publieke opinie, dus de maatschappij, zich van die plaats bewust is. Daarom juichen wij de activiteiten van het comité Monumentenjaar, die op de bewustmaking zijn gericht, van harte toe. Graag zullen wij zien dat er een inventarisatie plaatsvindt van de staat waarin de diverse op de monumentenlijst staande panden verkeren, zeker van de panden die gemeente-eigendom zijn. Welke financiële mogelijkheden zijn er thans voor eigenaren van monumenten, inclusief de gemeente, om een bijdrage voor restauratie en instandhouding te verkrijgen? Is het college voornemens deze mogelijkheden te verbeteren en wat is de rol van het D. A. C. W. daarbij? In dit kader willen wij er nogmaals op wijzen dat deze aangelegenheid onder de verantwoordelijkheid van het gehele col lege valt. Met name de sector Openbare Werken is hierbij als huiseige naar van het gemeentelijk bezit zeer betrokken. Kan de wethouder iets over de voortgaande restauraties aan gemeentelijke en andere panden zeggen? Graag zal ik horen of daarbij gebruik kan worden gemaakt van de zogenaamde stadsvernieuwingscorporaties, die zijn vermeld op blad zijde 78 van het rapport "De Binnenstad in Perspectief II, schets van een structuurplan", dat wij de volgende week dinsdag informatief zullen be handelen. Wordt door het college over de mogelijkheid van een meer func tioneel gebruik van gemeentelijke monumenten gedacht? Wij denken hierbij bijvoorbeeld aan het in de binnenstad combineren van gemeen schapsruimte met huisvesting van speciale groepen als werkende jonge ren en studenten. Gebouwen als de Witte Wijngaard en de Watertoren zouden daarvoor uitstekend dienst kunnen doen. Dit vraagt wel een wat actiever beleid van de gemeente, dus niet uitsluitend het passieve ver kopen -- men kan van een soort van uitverkoop spreken -- van het ge meentelijk monumentenbezit. Mogelijk kan iets met de ervaringen van andere steden worden gedaan, waarbij ik onder andere denk aan de Stichting Diogenes in Amsterdam, die de actieve exploitatie van monu menten beoogt. Ook in Amersfoort komt op het ogenblik een dergelijk or gaan van de grond. Ik wil een drietal concrete opmerkingen over de begroting van het comité maken. Het bedrag van 19. 000, -- voor aanstraling van monumenten vinden wij nogal hoog, gezien de andere uitgaven van het comité. Misschien kan worden nagegaan of deze post kan worden ver laagd, terwijl dan wellicht met het overschot een start kan worden ge maakt met een onderzoek naar de mogelijkheden van een beheersvorm als zojuist door mij is aangegeven. In de tweede plaats lijkt het mij goed dat de geplande fietstocht niet alleen langs gerestaureerde monumenten, maar ook langs bedreigde, reeds aangetaste of verdwenen monumenten wordt gevoerd. Ik denk hierbij onder andere aan de Veemarktstraatwand. Met name stel ik dit in het kader van de bewustwording ten aanzien van het belang van mo numenten. In de derde plaats juichen wij de actie rond de Waalse kerk, een vergeten monument, van harte toe. Juist het symbool van die actie, een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 392