39 13 FEBRUARI 1975 f. De regering is bereid "in redelijkheid" de gemeente financieel tegemoet te komen bij het opvangen van de problemen. :k- en- Staatssecretaris Van Dam benadrukte het probleem van de huisves tingssituatie. jn a a. Indien er gemeenten zijn, die geen aandacht zouden besteden aan het opheffen van de achterstand van migranten ten opzichte e van Nederlanders, denkt men van regeringswege in dit opzicht voorschriften op te leggen aan die gemeenten om een deel van p de goedkope woningwetwoningen te verhuren aan diegenen, die ts er gezien hun inkomen, het meest voor in aanmerking komen. Ook zou men een deel van de bestaande regeling inzake reser vering woningen voor ambtenaren kunnen gebruiken voor de huisvesting van rijksgenoten, b. De gemeenten zullen worden verzocht, naast de lijst voor amb- cht" tenaren inzake te reserveren woningen, een lijst aan te leggen voor rijksgenoten. ad 2 Hoewel (gezien de vele onduidelijkheden, die er nog zijn ten aan zien van de concretisering van het voorgestelde beleid) niet valt en op te maken in hoeverre Breda exact in dit spreidingsbeleid zal of moet participeren, bestaat de kans dat, indien de gedachten van de minister worden geëffectueerd, zo'n 30 - 60 gezinnen in Bre da zullen moeten worden gehuisvest, ig Breda wordt daarbij geconfronteerd met de afwezigheid van wo ningvoorraad, geen werk en onvoldoende mankracht om deze rijks genoten maatschappelijk op te vangen en te begeleiden. Ook kan gesteld worden dat deze rijksgenoten vooralsnog een con tinue bijstandsgroepering zullen gaan vormen. In haar brief van 13 september 1974, nummer 5155, heeft de ;k- V. N. G. bij de Minister President aandacht gevraagd voor de moei- le lijke situatie in de gemeenten ten aanzien van huisvesting e. d. rer van Surinamers. ans Inmiddels heeft de betrokken staatssecretaris bij schrijven d. d. 9 december 1974 aan de onderscheiden gemeenten verzocht om vóór 1 januari 1975 te berichten of zij bereid en in staat zijn mi grerende rijksgenoten passende huisvesting te bieden. Wij hebben daarop geantwoord dat: d - hierbij niet voorbij kan worden gegaan aan de nood van de vele ]e eigen woningzoekenden die al te_lang op de behoefte en draag kracht afgestemde en vaak vervangende woonruimte wachten; - het derhalve niet mogelijk is toe te zeggen dat de huisvesting van een beduidend aantal rijksgenoten zal worden bevorderd; ien - daarbij dan nog niet is ingegaan op andere problemen, zoals de de gegronde vrees dat er geen of niet voldoende werkgelegenheid zal zijn. VRAAG (ing. art. 40, 2e lid R. v.O. De heer GEENE: In "De Stem" van vrijdag 8 november wordt ver meld, dat een gesprek heeft plaatsgevonden tussen enkele leden van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 39