15 MEI 1975
400
relatie met het B. K. K. ik niet zie.
De heer LAMBREGTS: Ik heb antwoord gekregen op een vraag
die betrekking had op de precariorechten. Mijn vraag was of het moge
lijk was een uitzonderingspositie te creëren voor degenen voorname
lijk horeca-exploitanten -- die de "rechten", voortvloeiend uit de be
taling van de precarioheffing, niet ten volle kunnen benutten. Het col
lege zet in zijn antwoord uiteen dat de door mij bedoelde oplossing niet
goed te verwezenlijken is, maar ik zou in dit verband willen herinneren
aan de voorgeschiedenis die eigenlijk de essentie van de indertijd door
mij gestelde vraag vormde. Toen het zuidelijk gedeelte van de Grote
Markt nog geen voetgangersgebied was en wij nog in een overgangsfase
verkeerden, is van de kant van het college aan de horeca-exploitanten
geadviseerd de omgeving leuk aan te kleden en terrassen in te richten,
opdat het straatbeeld zou worden verlevendigd. In het antwoord merkt
het college op: "De exploitanten" ik heb hier in concreto de exploi
tanten van horeca-bedrijven aan het zuidelijk gedeelte van de Grote
Markt op het oog -- "zullen derhalve bij het nemen van hun beslissing
om dit terrein in gebruik te nemen moeten betrekken het feit dat dit
terrein op bepaalde tijdstippen niet gebruikt zal kunnen worden. Ik wijs
erop dat er door allerlei mensen investeringen zijn gedaan en ik vraag
mij dan ook af of het reëel is dat b. en w. dit antwoord op mijn vraag
hebben gegeven.
De heer HENDRIKSEN: Deze raad heeft enkele maanden geleden
het beleidsplan van de bibliotheek onderschreven. Nieuwbouw voor de
bibliotheek werd toen in de sector cultuur als prioriteit nr. 1 gesteld;
plaatsbepaling van dit punt ten opzichte van het geheel was toen niet
mogelijk. Eigenlijk had ik vanavond willen vragen tot welke uitkomst
het collegeberaad van hedenmorgen over de aankoop van het oude
V. en D. -gebouw ten behoeve van de nieuwe bibliotheek had geleid,
maar uit "De Stem" heb ik opgemaakt dat vanochtend voor de derde
maal geen beslissing over de bibliotheek kon worden genomen. Ik
moet dan ook constateren dat een en ander op deze manier wel zeer
traag verloopt. Mijn vraag is of aan de raad zo snel mogelijk kan wor
den medegedeeld wat het besluit van b. en w. is geworden en of het
college daar een motivering en een kostenspecificatie bij kan voegen.
Daarnaast wijs ik erop dat er indertijd sprake van is geweest dat
in het gebouw van de g. t. s. muziekschool en bibliotheek zouden kun
nen worden gecombineerd. Ik zou willen vragen waarom dit plan is af
geketst.
De nieuwe bibliotheek zal 3 a 4 miljoen en misschien zelfs
5 a 6 miljoen kosten en wij vragen ons dan ook af waarom niet eer
der optie op het gebouw is genomen, teneinde op die manier te voorko
men dat het gebouw in de tijd dat het college overlegt door anderen
wordt gekocht. Aangezien een en ander al enkele weken aan de orde is,
achten wij het risico zeer groot, te meer daar het pand met naam en
toenaam in de publiciteit is verschenen.
De VOORZITTER: Ik constateer dat niemand meer van de rond
vraag gebruik wenst te maken. Ik zou thans voor ongeveer een half uur
willen pauzeren, want die tijd hebben wij naar ik meen voor het te ple-