403 15 MEI 1975 muur prijsstelt, kan dat inderdaad worden uitgebracht. Gezien deze toezeggingen vindt het college de motie toch wel overbodig. De heer VAN ASSELDONK: Ik heb nog niet van de wethouder gehoord of er omtrent de muur niet alleen een advies door de commis sie openbare werken maar ook door de commissie culturele zaken zal worden uitgebracht. Ik zal overigens graag zien dat de raad zich over de motie uitspreekt. Wethouder VAN DUN: Mijn persoonlijke mening, die ik voor de pauze naar voren heb gebracht, is thans de mening van het college ge worden. Ik heb gezegd dat wij ertoe bereid zijn preadvies uit te brengen en het is dan normaal dat dat preadvies ter advisering in een commis sie komt. De strekking van het betoog van de heer Van Asseldonk was dat er aan het geheel een cultureel aspect zit, reden waarom het dan ook vanzelfsprekend is dat deze kwestie zowel in de commissie van openbare werken als in die van culturele zaken aan de orde komt. Wij moeten het voorstel wel leuk houden, want er is nu 3, 5 miljoen uit de lucht komen vallen. Het college zegt exact toe wat in de motie staat, zodat ik de motie ook overbodig vind. De heer VAN ASSELDONK: Ik proef duidelijk uit de woorden van de wethouder dat hij onze bedoeling met de motie heeft begrepen. Hij heeft met name begrepen dat wij geintjes als die welke met betrek king tot dit voorstel zijn voorgekomen van nu af aan zeer nauwlettend in het oog zullen houden. Ik trek dan ook mijn motie in. Ingetrokken zijnde maakt de motie van de heer Van Asseldonk c. s. geen onderwerp van beraadslaging meer uit. De heer CRUL: De Federatie van fracties van P. v. d. A. en P. P. R. heeft eveneens over deze kwestie beraadslaagd. Ik meen dat het-de bedoeling van de heer Van Asseldonk was om zowel uw mening als die van de raad te horen. Blijkens indertijd door u gegeven antwoor den treedt het college namens de raad op, maar in dit geval meen ik toch dat het college niet namens de raad heeft gesproken. Graag zullen wij dan ook onze mening over de motie geven, maar als dat niet mo gelijk is willen wij een andere procedure volgen. Wij hebben omtrent de muur ons standpunt bepaald en dat willen wij u graag meedelen. De VOORZITTER: Het spijt mij oprecht dat de vrijheid daartoe u is ontnomen. Ik heb zojuist de motie aan de orde gesteld, waarbij ik de heer Van Asseldonk naar zijn opvatting vroeg. Het college was nog een reactie op de motie schuldigmaar die is inmiddels al gegeven waaruit, zoals u weet, een definitief standpunt is voortgevloeid. Als wij evenwel hebben verzuimd de raad de gelegenheid te geven op de motie te reageren, dient u die gelegenheid alsnog te krijgen. De heer JONGENEEL: Om alle misverstanden te voorkomen ach ten wij het verstandig de motie van de heer Van Asseldonk over te ne men en toch in stemming te brengen. Ik dien derhalve op dit moment de motie in.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 403