409 15 MEI 1975 bad gewoon onvoldoende is. Ik wil nu niet in het bijzonder over het water, de kleedaccommodatie en de speelgelegenheid spreken, maar alleen stellen dat toen duidelijk is gebleken dat de kwaliteit in het al gemeen gesproken onvoldoende was. Alleen het tijdstip van sluiting bracht eigenlijk een splitsing in de raad teweeg. Ik heb even de angst gehad dat de tegenstemmers een beetje in het gelijk zijn gesteld, waar mee ik bedoel dat inderdaad de angst voor het feit dat de reconstructie misschien pas in 1978, 1979 of 1980 zal kunnen plaatsvinden wel eens gegrond zou kunnen zijn. Het gaat er dan opnieuw om wat eigenlijk het verschilpunt is. Nogmaals wil ik beklemtonen dat de intentie die indertijd al bij de gehele raad leefde een snelèe reconstructie en her opening van het bad was. Ik wil mijn betoog thans toespitsen op het initiatief-voorstel van de P. v. d. A. en de P. P. R. Uit hetgeen ik namens het C. D. A. mag vertolken zult u proeven dat er op een aantal punten gewoon geen mis verstanden zijn. Ook wij zeggen dat de kwaliteit niet aan de te stellen normen voldoet, maar boven ons hangt het zwaard van de vrees dat het 1978,1979 of 1980 zou kunnen worden voordat tot reconstructie wordt overgegaan. Het is dan ook in zekere zin begrijpelijk dat de P. v. d. A. met een initiatief-voorstel komt om aan de onzekerheid een eeide te maken. Zij komt daarbij met een oplossing, die ik in een commissievergadering al enigszins heb verdedigd, omdat ook ik een uitstel tot 1978,1979 of 1980 onaanvaardbaar vind. Bij de oplossing die de P. v. d. A. en de P. P. R. voorstaan gaan zij naar onze mening evenwel enigszins voorbij aan de normen die op de kwaliteit betrekking hebben. Wij moeten namelijk gewoon toegeven dat nog steeds even slecht aan de indertijd door de gehele raad vastgestelde normen wordt voldaan. Als wij met het voorstel van de P. v. d. A. en de P. P. R. zouden meegaan, zou het voordeel daarvan zijn dat in een klein deel van het jaar 1975 en in 1976 in"het Ei" zal kunnen worden gezwommen; dat is feitelijk het soelaas dat het initiatief-voorstel biedt. Indien wij met het initiatief-voorstel zouden meegaan, zouden wij voorts -- dat is een belangrijk punt -- met de daadwerkelijke reconstructie in conflict kun nen komen. Ik kan mij voorstellen, dat men, aangezien de vooraf gaande procedures enorm veel tijd zullen vergen, voorstelt dat geduren de de gang van die procedures het bad zwemklaar wordt gemaakt. Bij ons allen leeft evenwel de intentie om de daadwerkelijke reconstructie zo snel mogelijk te doen plaatsvinden en als wij met het initiatief- -voorstel akkoord gaan is de vrees gegrond dat die eigenlijke reconstruc tie om tot een aanvaardbaar en betaalbaar bad voor de bevolking te komen minstens zal worden verschoven. Het zal dan inderdaad 1979 of 1980 kunnen worden voordat men daar kan gaan zwemmen. Het C. D. A. onderkent het belang van "het Ei". De heer Mar tens stelt dat de onderzoekingen van Monique ter Berg hebben uitgewe zen dat het bad een geweldige waarde voor een groot gedeelte van de Bredase bevolking heeft. Voor "de Wolfslaar" ligt dat mijns inziens iets anders, maar wij mogen rustig stellen dat de bewoners van Breda emotioneel bij "het Ei" betrokken zijn. Uit de gegevens van Monique ter Berg is gebleken dat wanneer het bad niet snel wordt geopend de mensen die gewend waren het als gezinsbad te gebruiken gewoon geen gelegenheid meer hebben om te gaan zwemmen. Aan de inspraakprocedure heeft het C.D.A. bijzonder veel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 409