413
15 MEI 1975
delen teneinde zoveel als enigszins mogelijk is te scheiden. Wij gaan
dus door over het initiatief-voorstel; ik heb begrepen dat de raad daar
nagenoeg over uitgesproken is en dat wethouder Van Graafeiland er nog
opmerkingen over wil maken. Daarna wil ik de heer Martens de gele
genheid geven in eerste instantie over het initiatief-voorstel en hetgeen
daarover is gezegd te spreken.
Wethouder VAN GRAAFEILAND: Het college heeft met betrek
king tot het initiatief-voorstel zijn standpunt bepaald en het zal de heer
Martens niet verbazen dat dit afwijzend is, maar ik stel het toch op
prijs de nodige opmerkingen over het voorstel te kunnen maken.
In de eerste plaats wordt in het voorstel gesuggereerd dat bij
de besluitvorming in 1974 onvoldoende onderscheid is gemaakt tussen
de sluiting en de reconstructie. Naar mijn mening is dat niet het geval
en ik kan dat zelfs aantonen aan de hand van de moties, die rondom
dat voorstel op 26 augustus 1974 zijn ingediend. Die moties hadden na
drukkelijk te maken met de scheiding tussen de sluiting en de teconstruc-
tie en ik vind de genoemde suggestie dan ook niet juist.
Daarnaast zou ik willen opmerken dat de argumentatie, die zo
wel van de zijde van het college als van de zijde van de raad bij de
sluiting van het bad is aangevoerd, vrij onvolledig in het voorstel van
de linkse partijen is overgenomen. Het betreft hier mijns inziens een
wat selectieve informatieverstrekking. Enkele argumenten zijn niet
overgenomen en in dat verband kan ik u kortheidshalve verwijzen naar
de vergelijking van de beide voorstellen, waardoor u ziet welke argu
menten in het initiatief-voorstel van de linkse partijen niet zijn over
genomen.
In de derde plaats wordt ook in het stuk gesuggereerd dat eerst
door het onderzoek van mejuffrouw ter Berg het inzicht is onstaan dat
bij "het Ei" van een recreatief bad sprake is. Dat wisten wij al jaren en
het is ook beslist de bedoeling dat het bad na de reconstructie zijn re
creatieve gezinsbetekenis zal herkrijgen.
Tenslotte mijn vierde en laatste opmerking. De dekking, die
wordC aangegeven, heeft voor een deel betrekking op de "pot grote wer
ken" zoals die wordt genoemd. Reeds bij de begrotingsbehandeling
1975 is het voorstel van de linkse partijen om de begroting te wijzigen
aan de orde geweest; zoals u weet is dit voorstel afgestemd en als ik
goed ben geïnformeerd is het aanwenden van de "pot grote werken"
voor dit bedrag überhaupt niet mogelijk. Ik heb hier een tweetal boek
jes, het bruine en het blauwe boekje, waar het allemaal keurig in
staat en daaruit blijkt dat deze "pot" niet mSg worden aangewend voor
de financiering van andere werken dan die, welke in het boekje zijn
bedoeld. Tot deze laatste categorie bèhoort het zwembad kennelijk
niet.
Hierbij wil ik het 1 aten de rest van de motivering vindt u
uiteraard in het voorstel van het college.
De heer CRUL: Over welke boekjes heeft de wethouder het?
Wethouder VAN GRAAFEILAND; Ik dacht dat het bruine en het
blauwe boekje langzamerhand standaardbegrippen waren geworden. Het