15 MEI 1975 414 bruine boekje heet "Grondkosten woningbouw" en daarin moet men pagina 49 opzoeken; het blauwe boekje heet "Grondkosten bestemmings plannen" en daarin is het pagina 69. De heer MARTENS: Aan het adres van de heer Lambregts zou ik willen zeggen dat binnen de fracties van P. v. d. A. en P. P. R. geen en kele misvatting over de snelle reconstructie bestaat; integendeel, wij zijn voor een snelle reconstructie maar de gegevens die tot op dit mo ment bekend zijn kunnen niet garanderen dat de snelle reconstructie in 1976 een aanvang kan nemen. Eerst begin 1976 komt het college namelijk met een verklaring, waarin het zegt te kunnen aangeven wan neer de reconstructiewerkzaamheden een aanvang nemen. Gezien de problematiek daaromheen en gezien de recreatieve waarde van het bad "het Ei" vinden wij dat er te weinig gegevens zijn. In het rapport van Monique ter Berg staat duidelijk dat de raad op 26 augustus 1974 tijdens de besluitvorming onvoldoende onderscheid heeft gemaakt tussen het beslissen over de reconstructie en het beslissen over de sluiting. Het gaat ons om de tijdelijke heropening van dit bad. Als de heer Lambregts zegt dat de kwaliteit van het bad onvoldoende is moeten wij dat beves tigen; dat is inderdaad zo, maar het is belangrijk dat de bewoners kun nen zwemmen in een bad dat nog aan redelijke eisen voldoet. Er is ge zegd dat de G. G. G. D. wel eens op het punt heeft gestaan het bad te sluiten in verband met de kwaliteit van het water, maar dat is vol gens onze informaties vlak voor de opening van "Wolfslaar" in 1963- -1964 geweest. Nadien is het bezoekersaantal van "het Ei" teruggelo pen en daardoor is de kwaliteit van het water met sprongen omhoog gegaan, vooral na periodes met veel regen. Met het oog daarop zou men mogen veronderstellen dat het water nu dan wel zeer goed moet zijn, gezien de vele regenbuien die in de afgelopen zomer zijn geval len. Vanaf 1965 heeft sluiting vanwege de kwaliteit van het water eigenlijk geen rol meer gespeeld. Een en ander heeft zich toegespitst op de accommodatie, de sanitaire voorzieningen en het totale beeld daar omheen. Wij zijn van mening dat de kwaliteit van de sanitaire voorzieningen niet zo snel achteruit zou zijn gegaan als de gemeente tijdig maatregelen had genomen en wij hebben de indruk dat de ge meente het te zijner tijd afstoten van dit bad bewust of onbewust in ge dachten heeft gehad. Als men tien jaar lang niets aan een huis doet kan men dat ook bouwvallig verklaren, vandaar dat wij van mening zijn dat de kwaliteit weliswaar niet goed meer is maar dat men beter kan zwemmen in een bad met toezicht dan dat het betreffende bad ge sloopt, gekraakt en in brand wordt gestoken. In zijn huidige toestand is het een doorn in het oog van de bewoners van deze buurt. Vervolgens wil ik nog even terugkomen op enkele opmerkingen uit het rapport van Monique ter Berg, die een onderzoek heeft inge steld naar de herkomst van de gebruikers van "het Ei". Er is de vraag gesteld "hoe bent u naar het Ei gegaan" en uit de antwoorden bleek dat 55 van de bezoekers te voet komt, dat 28 o met de fiets komt en dat 14 °]o met een auto komt. In Haagpoort heeft 30 °}o van de bewoners een auto, terwijl dat percentage in Boeimeer 75 is. Vervolgens is ge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 414