15 MEI 1975
420
De heer VAN BANNING: Ik heb er helemaal geen moeite mee
-- daarvoor behoeft het voor mij niet het Jaar van de Vrouw te zijn --
om mevrouw Stutterheim mijn verontschuldigingen aan te bieden voor
het feit dat ik haar naam verkeerd heb uitgesproken. Mevrouw Stutter
heim ziet er altijd erg plaisant uit en ik neem dan ook aan dat zij mij
die vergissing niet al te zeer zal euvel duiden.
Mevrouw Stutterheim heeft gevraagd wat die zes weken precies
inhouden, maar het lijkt mij goed dat wij daarvoor dan maar eens ge
zamenlijk naar de deskundigen gaan, want dat gaat ook mij een tikkel
tje boven de pet. Ik neem evenwel van de deskundigen zonder meer
aan dat de werkzaamheden zes weken zullen duren, zodat het initiatief-
-voorstel van de progressieve fracties helemaal niet reëel kan worden
genoemd. Mijn fractievoorzitter heeft al aangekondigd waarmee wij
wél zullen instemmen, maar dat zal bij agendapunt 40 aan de orde ko
men.
De heer BECKERS: Ik vind het jammer dat de heer Van Banning
met een grapje deze ontzettend belangrijke aangelegenheid meent te
moeten bagatelliseren. Na zijn opmerking heb ik geduldig op de argu
mentatie voor zijn stellingname gewacht, namelijk zijn stellingname
dat wij met dit voorstel niet op grond van menselijk medeleven zijn ge
komen maar om een politiek stuntje uit te halen. Ik betreur het zeer
dat de heer Van Banning daarvoor geen argumenten heeft aangevoerd.
De heer VAN BANNING: Dan heeft de heer Beckers niet goed ge
luisterd, want ik heb zojuist betoogd dat het seizoen al lang geopend
zal zijn voordat het bad klaar is. Als dat niet tot de heer Beckers is
doorgedrongen kan ik daar ook niets aan doen. Dan houd ik mijn mond
maar verder.
De heer BECKERS: Ondanks de grapjes van de heer Van Banning
zal het iedereen in deze zaal duidelijk zijn geworden waar het C.D, A.
en de V. V. D. in deze zaak staan. Zij laten de bewoners van de betref
fende wijken inderdaad gedurende een X aantal jaren in de kou staan
en het is van belang dat nog eens te constateren.
De heer GEENE: Wil de heer Beckers waar maken wat hij nu
zegt? Op welke wijze kan de heer Beckers aantonen dat C. D. A. en
V. V. D. deze mensen jarenlang in de kou laten staan? Hij heeft gelijk
als hij bedoelt dat het bad niet was verwarmd, maar dan ZWOM men
in de kou!
De heer BECKERS: Dat is al begonnen toen de meerderheid van
het C. D. A. op 26 augustus 1974 het besluit tot sluiting van het bad
nam, welk besluit nu door de gehele fractie van het C. D.A. is beves
tigd.
De heer GEENE: Dat is duidelijk geclausuleerd. Ik vind dit een
onzindelijke discussie, want zojuist heeft de heet Lambregts duidelijk
gezegd wat er aan de besluitvorming ten grondslag heeft gelegen.