423 15 MEI 1975 ten afvragen of het zwembad gesloten moest worden. Ik geloof niet dat de huidige wethouder in 1964 ook in functie was. De heer MARTENS: Volgens mijn inlichtingen was hij in die tijd inderdaad geen wethouder, maar ik wil erop wijzen dat wij deze week nog een gesprek hebben gevoerd met de ambtenaren van de G. G. en G. D. Zij hebben met nadruk verklaard dat alleen in 1963 of 1964 de vraag aan de orde is geweest of het bad op grond van de kwali teit van het water moest worden gesloten. Nadien heeft dit punt geen enkele rol meer gespeeld. Ik begrijp dan ook niet dat de wethouder blijkens de notulen over "voorgaande jaren" heeft gesproken. Misschien heeft hij op een periode van tien jaar gedoeld. De heer KOERTSHUIS: Er staat:"zodat ik mij verscheide ne keren heb moeten afvragenHet kan dus nooit in 1963 of 1964 zijn geweest. De heer MARTENS: De wethouder kan zich wel iets afvragen maar ik meen dat een rapport van de G. G. en G. D. in dezen toch be slissend zal moeten zijn. Er zijn iedere week monsters van het water genomen en als er uit de medische wereld geen berichten binnenkomen dat de kwaliteit van het water zeer slecht is en dat het zwembad op grond daarvan moet sluiten, moet de wethouder deze uitspraak zelf voor zijn rekening nemen. De heer Koertshuis heeft gezegd dat de K. N. Z. B. heeft beslo ten dat het ongewenst is dat leden van zwemverenigingen in "Het Ei" zwemmen omdat de kwaliteit van het water zeer slecht en zelfs onaan vaardbaar zou zijn. Ik zou hem willen vragen op een ogenblik dat de bewoners die in de voorbereidingscommissie zitting hebben over het zwembad "Het Ei" besprekingen met ambtenaren voeren, eens naar die bijeenkomst toe te gaan, zodat hij zelf eens zijn mening over de kwaliteit van het water kan geven. Ik blijf namelijk mede op grond van de gegevens van de G. G. en G. D. staande houden dat dit niet is bewaarheid. De heer Koertshuis heeft voorts opgemerkt dat naar zijn mening het aantal bezoekers waarschijnlijk zal teruglopen. Ik kan dit thans niet voorspellen. Als wij een goede zomer zouden hebben, zou het aantal bezoekers aanmerkelijk stijgen. De heer Van Banning heeft gezegd dat hij de modder opzij moet schuiven: daarop is de heer Beckers reeds ingegaan. Ik ben zon dagmorgen naar het zwembad "Het Ei" gaan kijken. Uiteraard ben ik niet binnen geweest, omdat ik dan een kraker zou zijn geweest. Via het gaas heb ik gekeken hoe het zwembad erbij lag. Hoewel er geen modder lag, was het water duidelijk aan het zakken. Op het eerste ge zicht had ik de indruk dat het bad met een beetje goede wil van ieder een binnen zes weken zwemklaar zou kunnen worden gemaakt. Men kan er terecht op wijzen dat gedeputeerde staten het intrekken van het vroegere raadsbesluit zullen moeten goedkeuren, met betrekking waar toe wij over de volgende informatie beschikken. Omstreeks eind mei komt het college van gedeputeerde staten bijeen en op die bijeenkomst zou dit besluit al kunnen worden besproken. Uit gegevens van de dienst

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 423