15 MEI 1975
424
van openbare werken blijkt dat er ongeveer zes weken voor nodig zijn
om zowel de zuiveringsinstallaties als de sanitaire voorzieningen in or
de te maken. Dit zou inhouden dat er met ingang van begin juli zou
kunnen worden gezwommen.
Hierna wordt het initiatief-voorstel van de federatie van frac
ties van P. v. d. A. en P. P. R. in stemming gebracht en met 24 tegen
14 stemmen verworpen.
TEGEN hebben gestemd: de heer Suurmeijer, mevrouw jager-
Middelbeek, de heren Goos, Geene, Dees, Van Asseldonk, Gielen,
Broeders, Van Dun en Visser, mevrouw Van Rooij-Van den Heuvel, de
heren Van den Wijngaard, Van Duijl, Ten Wolde, Taks, Lambregts,
Van Dongen, Eissens, Van Banning, De Raaff, Veelenturf, Van Graaf-
eiland, Sandberg en Koertshuis.
VOOR hebben gestemd: de heren Beckers, Dreef, Oomen en
Kaarsemaker, mevrouw Stutterheim-Edeling, de heren Jongeneel, Van
Male, Crul, Houben, Welschen, Martens, Hendriksen en Brummelkamp,
alsmede mevrouw Paulussen.
40. bijlage nr. 177
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS INZAKE
BEANTWOORDING VAN DE BRIEF VAN LEDEN VAN DE VOOR
BEREIDINGSCOMMISSIE "HERBOUW ZWEMBAD HET EI", MET
BETREKKING TOT OPENSTELLING VAN "HET EI".
De heer LAMBREGTS: Als wij over dit preadvies spreken doet
zich direct al een moeilijkheid met betrekking tot het hiervoor behan
delde initiatief-voorstel voor; ook daarbij moest eigenlijk antwoord
worden gegeven op een brief van de voorbereidingscommissie waarin
aan de raad werd gevraagd het zwembad gedurende 1975 en 1976 te
openen. Van de kant van P. v. d. A. /P. P. R. is gesuggereerd dat het
C. D. A. --ik noem daar ook de V. V. D. bij -- het niet van belang
zou vinden wat er in "Het Ei" zal gaan gebeuren. Een reden waarom
ik enige moeite met splitsing van de agendapunten 39 en 40 had, was
dat ik in mijn eerste betoog probeerde aan te geven dat wij er natuur
lijk bijzonder veel waarde aan hechten dat "Het Ei" een goed zwembad
wordt waar men tegen betaalbare prijzen kan zwemmen. Er is gezegd
dat het voorstel van C.D. A. en V. V. D. een "frommeldoelpunt" zou
zijn en dat zij de bewoners in de kou zouden laten staan, in welk ver
band ik nogmaals moet teruggrijpen op de raadsvergadering van 26
augustus 1974. Uit de notulen van deze vergadering heb ik al enkele
passages aangehaald: men kan er duidelijk uit afleiden dat het beslist
niet juist is dat wij een dergelijke houding zouden aannemen.
Ik wil niet op de kwaliteit van het water doorgaan, maar ik wil
wel iets zeggen over de kwaliteitsnormen in hun totaliteit. Alle fracties
onderschrijven dat daaraan onvoldoende wordt voldaan.
Eerder heb ik al gezegd dat de V. V. D. - en de C. D. A. -fractie
bijzonder veel waarde aan de inspraakprocedure hechten. Deze proce
dure is op gang gebracht, wij hebben er met aandacht naar geluisterd