427 15 MEI 1975 2e. Een aantal, op dat gebied deskundige, bouwbedrijven uit te nodigen een offerte uit te brengen voor de sleutelklare oplevering van een recreatief bad dat voorziet in de ver wachtingen van de gebruikers. 3e. Het laten beoordelen van deze plannen door de inspraak kommissie en de kommissie voor Jeugd en Sport. 4e. Te bevorderen, dat de herbouw van het zwembad "Het Ei" nog in 1975 zal aanvangen. 5e. Bij het samenstellen van de begroting 1976 rekening te hou den met de uit de herbouw en exploitatie voortvloeiende kosten. Voldoende ondersteund zijnde maakt de motie van de heer Lam- bregts mede onderwerp van beraadslaging uit. De heer KOERTSHUIS: Ik wil gaarne bij het voorstel van het college enkele kanttekeningen maken. De belangrijkste opmerking die ik wil maken verschilt niet van een opmerking die van de kant van het C. D. A. is gemaakt en zal overal naar ik meen instemming ontmoeten; deze opmerking is dat er zo snel mogelijk van een accommodatie van behoorlijke kwaliteit gebruik moet kunnen worden gemaakt. Het cru ciale punt voor onze fractie is geweest dat de termijn van vier a vijf jaar onaanvaardbaar is. Wij gaan er domweg niet mee akkoord dat "Het Ei" eerst in 1979 of 1980 zou worden opengesteld. Bij de besluit vorming van de raadsvergadering van 26 augustus 1974 is het de inten tie geweest dat het bad weer spoedig voor de bevolking beschikbaar zou komen. Deze intentie is door de meerderheid van de raad onder streept, maar in het voorstel van het college vinden wij haar onvoldoen de terug. Naar onze mening is het voorstel nog te vrijblijvend. Teneinde dienaangaande meer zekerheid te verkrijgen hebben wij mede de motie ondertekend die zojuist door de heer Lambregts is ingediend. Deze motie doet naar onze mening recht aan de intentie die tijdens de eerdere besluitvorming heeft gegolden. Tot slot een enkele opmerking over de brief van de voorberei dingscommissie "herbouw zwembad Het Ei". Van de inhoud van deze brief heb ik pas vanavond kennis kunnen nemen, nadat ik gisteren voor het eerst over het bestaan van een dergelijke brief had gehoord. Vana vond lag de brief op mijn tafel. In de brief wordt onder meer ingegaan op betaalbare tarieven, een onderwerp waarmee mijn fractie geen en kele moeite heeft. Wel hebben wij moeite met de opmerking dat de tarieven afgestemd moeten zijn op de financieel minst draagkrachtigen. Wat dit precies inhoudt kan ik op dit ogenblik niet overzien. Overigens wil ik het college graag vragen op welke wijze het de brief zal afhan delen; daarbij doel ik in het bijzonder op de laatste alinea. Voor al het overige sluiten wij ons aan bij hetgeen de heer Lambregts heeft op gemerkt. De heer KAARSEMAKER: Ik zou allereerst willen ingaan op de procedure van het preadvies; over de inhoudelijke aspecten zal straks

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 427