429 15 MEI 1975 dat men met ons voorstel in competitie moet brengen. Ik zou het col lege nogmaals willen adviseren het preadvies terug te nemen. Van een college waarvan men zou mogen verwachten dat het goed functioneert en van een college dat in een stad als Breda hoogwaardig zou moeten zijn, is een dergelijk preadvies mijns inziens volstrekt onder de maat. De heer HENDRIKSEN: In het voorstel staat onder punt 3: "Uit het bovenstaande blijkt, dat er geen enkel nieuw gezichtspunt is." Tot de behandeling van het voorgaande agendapunt was deze uitspraak mijns inziens onjuist. Pas na de behandeling van ons initiatief-voorstel is gebleken dat er met betrekking tot "Het Ei" inderdaad geen enkel nieuw gezichtspunt is. Dat is een gegeven waarmee wij zullen moeten werken en waarop wij onze beraadslagingen van vanavond zullen moe ten baseren. Tijdens de behandeling van het initiatief-voorstel heeft de heer Martens uitdrukkelijk gezegd dat wij van mening zijn dat alles in het werk moet worden gesteld om de reconstructie van "Het Ei" zo spoedig mogelijk te doen aanvangen. Na het zojuist genomen besluit is dit naar ik meen alleen nog maar dringender geworden. De bezorgd heid, die wij toch wel bij het C.D. A. beluisteren, wordt in het bijzon der door de heer Lambregts uitgesproken; hij kan op gegeven ogenblik niet meer "uit zijn eigen stem komen" en stemt op het ene ogenblik "ja" en op het andere "nee". Met betrekking tot het initiatief-voorstel heeft hij tegengestemd; een vorm van politieke duidelijkheid waar wij nu verder mee moeten werken. In verband met de opmerkingen van de heren Lambregts en Koertshuis rijzen problemen op het gebied van de inspraakprocedure. De heer Kaarsemaker is daar al in detail op ingegaan en ik kan er slechts het volgende over zeggen. Toen ik gistermiddag als toehoorder bij de vergadering van de commissie voor jeugd en sport aanwezig was, ben ik geschrokken van de woorden die daar over de inspraakprocedure zijn gezegd. Er werd opgemerkt dat de voorbereidingscommissie de activi teiten met betrekking tot "Het Ei" eigenlijk alleen maar vertraagt. Voorts is gezegd -- onder meer door de heer Lambregts in zijn toelich ting op de motie -- dat de voorbereidingscommissie maar eens flink op gang moet worden geholpen door een bustocht langs de verschillen de zwembaden in de omgeving te organiseren, teneinde te laten zien Wat voor zwembaden er zijn en in welke prijsklasse zij liggen. Met een inspraakprocedure die in Breda uniek is en die zichzelf -- willen wij er in het vervolg mee verder kunnen werken -- zal moeten bewij zen, zal mijns inziens zeer voorzichtig moeten worden omgesprongen. De motie van de heer Lambregts heb ik nog niet gelezen, maar ik wil bij voorbaat zeggen dat wij aan de formulering op het gebied van de inspraak en aan de druk die op de voorbereidingscommissie zal worden uitgeoefend zeer zwaar zullen tillen. Als in 1976 onverhoopt zou blijken dat "Het Ei" om welke re den dan ook niet zal worden gereconstrueerd, zou naar onze mening op dat ogenblik de raad bereid moeten zijn over een eventuele herope ning te spreken. Het besluit dat vanavond is genomen zal, zo menen wij, niet ten eeuwigen dage moeten blijven gelden. Zoals al verschei dene malen is aangetoond, kunnen er immers allerlei nieuwe situaties ontstaan. Wij stellen daarom voor thans de bouwtechnische situatie van "Het Ei" te laten bestaan, om te voorkomen dat wij voor de toe-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 429