15 MEI 1975 438 ginnen. Wij achten deze uitspraak niet erg "hard" maar de intentie waarmee zij wordt gedaan achten wij juist. Met punt 5 -- dat eveneens als punt 5 in onze eigen motie voorkomt -- zijn wij het van harte eens. Gaarne zou ik de reactie van de fracties van C.D.A. en van V. V. D.alsmede van het college, op onze voorstellen horen. De heer KAARSEMAKER: Ik had de eer om het woord te nemen graag eerst aan V. V.D. en C.D.A. gegund, maar ik hoorde in mijn omgeving de opmerking dat men geen behoefte aan discussie meer heeft. Naar aanleiding van het betoog van de wethouder zou ik nog en kele opmerkingen willen maken. In de eerste plaats verheugt het mij zeer te vernemen dat de wethouder in ieder geval tot les 3 van de cur sus voor gemeenteraadsleden is gekomen, zoals blijkt uit het feit dat hij zo goed weet hoe daarin een omschrijving van het profijtbeginsel wordt gegeven. Het is mogelijk dat in deze cursus een bepaalde om schrijving wordt gegeven, maar wij geven aan dit begrip een andere in terpretatie. Wethouder VAN GRAAFEILAND: Als u iets anders uit die cursus wilt weten, kan ik u dat ook wel vertellen.' De heer KAARSEMAKER: Hartelijk dank voor het aanbod.' Mis schien bent u zelfs al toegekomen aan de cursus "wethouders", zodat wij in het vervolg worden gespaard voor dergelijke preadviezen die naar mijn mening voor een hoogwaardig college onder de maat zijn.' De wethouder heeft gezegd dat in het verslag van de vergade ring van de commissie voor jeugd en sport slechts één punt niet is ge noemd, namelijk Wethouder VAN GRAAFEILAND: Het is geen verslag maar een advies, waarin gewoonlijk de stemverhouding wordt aangegeven, maar dat wij, omdat men nog niet over het verslag beschikt, deze keer heb ben uitgebreid met de essentie van de argumenten. De heer KAARSEMAKER: Dat is dan wel duidelijk. Wij hebben uitdrukkelijk geadviseerd het preadvies terug te ne men, maar dit is niet gebeurd. In de commissievergadering en vanavond is eigenlijk wel aangetoond dat dit preadvies een bewijs is van de par tijpolitiek die in de kwestie-"Het Ei" is gevoerd. Vanavond is ons ver weten dat wij er een partijpolitieke kwestie van zouden hebben willen maken, een bewering die ik met kracht moet ontkennen. Ik heb overi gens sterk de indruk dat er bij het college wêl partijpolitieke overwe gingen hebben meegespeeld. De wethouder heeft gezegd wat er in het preadvies staat en om welke reden het een goed preadvies zou zijn. Het argument dat, uit gaande van een vlot verlopende inspraakprocedure, vóór 1976 plannen ter tafel kunnen worden gebracht, heeft hij niet duidelijk kunnen ma ken. Ik heb getracht te schetsen dat er bij de inspraakprocedure wel eens moeilijkheden zouden kunnen ontstaan, gezien het niet beantwoor den van de brief van de voorbereidingscommissie waarin een voorwaar delijke eis voor verdere deelname aan de inspraakprocedure wordt ge steld. Aangezien aan deze eis geen aandacht is besteed, lijkt het mij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 438