44 13 FEBRUARI 1975 De VOORZITTER: Ik heb u gezegd dat ik het u niet kan vertellen; ik weet het niet. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna ten aanzien van de in gekomen stukken overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 3. bijlage nr. 13 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET NI VELLEREN VAN HET EGALISATIEFONDS ZWEMBADEN PER 31 DE CEMBER 1974. (WERD DE RAAD REEDS TOEGEZONDEN VOOR DE RAADSVERGADERING IN JANUARI 1975. De heer VAN BANNING: Het is wel duidelijk dat er een oplossing moet worden gevonden voor het wegwerken van de negatieve stand van het egalisatiefonds, terwijl er voorts, zoals ook het college heeft be toogd, preventieve maatregelen moeten worden getroffen. Toch meen ik dat het goed is nog even bij dit onderwerp stil te staan. Gebleken is immers dat het mogelijk is dat reserves zich ontwikkelen tot een ne gatief saldo van bijna 1 miljoen, zonder dat de raad daarvan duide lijke tekenen bereiken. Een dergelijke ontwikkeling zou ik als gevaar lijk willen kwalificeren. Ik heb dan ook getracht op te sporen hoe het mogelijk is dat een dergelijke situatie ontstaat. Dit dienen wij immers te weten, willen wij tot een goede preventie voor de toekomst komen. Het is naar mijn mening niet uitgesloten dat een ontwikkeling als de hierboven geschetste mede kan worden toegeschreven aan de behan deling van de begroting in gedeelten. Ik heb dan ook de moeite geno men in de begrotingsstukken te duiken. Als men over een aantal jaren deze stukken bestudeert komt men tot enigszins merkwaardige ontdek kingen. Boekhoudtechnisch levert een en ander geen problemen op, maar ik heb wel moeite moeten doen om de desbetreffende posten te vinden, waarbij mijn aandacht onder meer op de stand van de reserve fondsen was gericht. Uiteindelijk moest ik tot de ontdekking komen dat ik niet bij de reservefondsen maar bij de onderhoudsfondsen moest kijken. In het ene jaar stond het bedrag duidelijk als negatief aangege ven, in het andere jaar vond ik een klein streepje dat een minteken moest voorstellen» Bij de behandeling van de concept-begroting van de dienst jeugd en sport wordt blijkens het verslag door verscheidene leden over het ontbreken van een memorie van toelichting geklaagd. Er wordt in het geheel niet gerept van negatieve saldi van onderhouds- en nivellerings fondsen, ook niet door de voorzitter of door de ambtelijke staf. Als dit wel zou zijn gebeurd en deze negatieve sommen mede in de be schouwingen zouden zijn betrokken, zou wellicht ook een andere kwes tie die in dezelfde maand aan de orde is geweest -- het verlenen van garanties en belangrijke subsidies aan één vereniging daardoor me de beïnvloed zijn. Naar mijn mening is het zeer duidelijk dat de stand van negatieve saldi -- en ook in het algemeen van ieder saldo -- zal moeten worden vermeld. Situaties zoals zich thans bij de zwembaden hebben voorge daan zullen in een breder vlak moeten worden getrokken en in het ka der van het prioriteitensysteem moeten worden bezien. Met nadruk wil ik erop wijzen dat ik dat voorbeeld niet aanhaal omdat er met opzet gegevens zouden zijn verzwegen. Toch ben ik van mening dat de sal di in de beschouwingen moeten worden betrokken, onder andere wan-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 44