458
19 JUNI 1975
bestaat bij de wereldwinkel al jaren. Dat is ook niet te verwonderen,
want permanent proberen dertig S veertig mensen in hun vrije tijd hun
idealen uit te voeren. Dit stukje praktijkbehoefte heeft de werkgroep
Richting tot het in het preadvies genoemde rapport gebracht. Daarop
kwam de commissie-Claus met subsidiëring van een plaatselijk vor
mingswerker, waarbij de werkgroep Richting zich op het standpunt stel
de dat deze een breder werkgebied moest krijgen dan in het genoemde
rapport was voorgesteld. Zo kan een versnippering van krachten in de
nieuwe situatie wellicht leiden tot een bundeling van groepen die el
kaar in het praktische werk kunnen vinden en toch ieder hun eigen iden
titeit kunnen behouden. In de subsidiebrief van Richting staat zelfs dat
de behoefte aan coördinatie en begeleiding groter is dan ooit doordat
ook de werkgemeenschap van kerken zich bij de werkgroep Richting
heeft aangesloten. Via bijvoorbeeld een Vredesweek kan een vormings
werker een flinke groep mensen tot elkaar brengen. Wij zijn het dan
ook eens met de verlening van subsidie aan de werkgroep Richting.
Toch willen wij over het onderhavige voorstel nog enkele op
merkingen maken. "Waar beginnen wij aan?" zal de wethouder wel
hebben gedacht, die vroeger al bedenkingen tegen "links riekende
groepen" had. Gelukkig heeft hij enkele argumenten gevonden om de
werkgroep Richting te neutraliseren: de stichting is immers onpartijdig
en neutraal en er komt een pluriform bestuur. Ik noem dat struisvogel
politiek en ik vraag mij af waar de wethouder bang voor is. Mag een
stichtingsbestuur politieke doelstellingen hebben of niet? Anders gezegd:
is er wel een stichtingsbestuur denkbaar dat ooit zonder politieke be
doelingen heeft gefunctioneerd of nog functioneert? Politieke bedoelin
gen zijn niet fout: men kan er tenminste uit opmaken wat men aan
zo'n club heeft. Nogmaals: hoe ver gaat onze bemoeienis met de in
houd van dit werk of blijven wij daarvan af?
Het pluriforme karakter van Richting is mijns inziens van dien
aard, dat er van alle deelnemende groepen iemand in het bestuur zit.
Dat levert inderdaad velerlei meningen op en een waarborg voor een te
eenzijdige doelstelling. "Pluriform" betekent echter niet "neutraal".
Als er allerlei verschillende kerkgenootschappen deel van de stichting
zouden uitmaken, zou men kunnen zeggen dat zij een pluriform ge
heel vormde, maar zou men dit nog niet "neutraal" kunnen noemen.
Dezelfde conclusie zou men kunnen trekken als er een aantal maat-
schappijbevestigende groeperingen in zouden zitten: ook dan zou de
stichting niet neutraal zijn. Hetzelfde geldt voor groeperingen die een
vorm van maatschappijverandering voor ogen hebben. Het pluriforme
karakter van de werkgroep Richting ligt vast in de statuten en dat is
voor mij een voldoende garantie. Breda wil het eigenlijk beter weten
dan de commissie-Claus, die immers geen voorwaarden op het gebied
van de bestuursvorm stelt. De desbetreffende zinsnede is overigens
mijns inziens uniek, want een dergelijke voorwaarde is nog nooit ge
steld: niet aan het J. A.C.niet aan de wereldwinkel, niet aan Proloog,
niet aan het extra-muraal vormingswerk en zo zijn er nog vele andere
voorbeelden te noemen.
Vervolgens nog enkele opmerkingen over de subsidie. De
voorgestelde periode van één jaar zouden wij graag wat ruimer zien.
In de commissie is de wethouder daar op ingegaan en hij heeft wel
enigszins onderschreven dat in verband met subsidietechnische omstan-