464 19 JUNI 1975 daarover niet in de haren te vliegen. Als er over politieke richtingen wordt gesproken, wil ik daar buiten biijven. Ik neb er geen enkel bezwaar tegen wanneer wij over politieke richtingen spreken, maar ik heb er ernstig bezwaar tegen wan neer wij nog slechts over één richting spreken. Tot slot nog iets over de vraag van de heer Hendriksen met be trekking tot de relatie met de subsidie van de commissie-Claus. Dat punt is nu juist niet aan de orde. Thans is een bedrag van 4. 000, -- aan apparaatskosten in het geding en te zijner tijd zullen wij aan de hand van een evaluatierapport bekijken hoe onze opstelling voor de toekomst moet zijn. De heer HENDRIKSEN: Ik heb nu antwoord gekregen op mijn twee laatste vragen, maar ik heb ook nog gevraagd in hoeverre het een unieke situatie is dat aan een stichtingsbestuur dat subsidie van de ge meente krijgt een dergelijke voorwaarde wordt gesteld; daar heb ik nog geen antwoord op gekregen. Wethouder SANDBERG: Ik weet niet of het uniek is, maar het lijkt mij in ieder geval op dit ogenblik volkomen redelijk dat deze voorwaarde wordt opgenomen. De werkgroep Richting heeft onder be paalde condities aan de gemeenteraad een bijdrage van 4. 000, -- gevraagd; door deze condities zelf ten tonele te voeren heeft de werk groep de subsidie-aanvraag in een bepaald licht geplaatst. Het bestuur heeft te kennen gegeven dat het nog een voorlopig karakter draagt, dat het nog nieuwe mensen moet aantrekken en dat het, indachtig zijn doelstelling, een pluriforme samenstelling op het oog heeft. Als het subsidieverzoek onder die condities wordt bekeken, lijkt het mij vol strekt verdedigbaar dat deze dan ook als voorwaarde in het besluit wor den opgenomen. Zoals ik ook in eerste instantie heb gezegd, moeten wij de mededeling van het bestuur niet zonder meer voor kennisgeving aannemen maar dienen wij haar bij de beoordeling van de subsidie-aan vraag een duidelijke rol te laten spelen. Hetzelfde geldt voor het evaluatierapport, dat eveneens door de werkgroep Richting is aangedragen. Overigens is dat punt bij deze sub sidie-aanvraag verder niet aan de orde. In de voorwaarden staat heel duidelijk dat wij op dit ogenblik de raad voorstellen een subsidie van 4. 000, -- voor 1975 te geven en dat wij onze verdere gedragslijn --in het bijzonder wat betreft de subsidiëring voor 1976 en volgende jaren -- afhankelijk stellen van een evaluatierapport, dat de raad uiter aard ter beoordeling voorgelegd zal krijgen. Dit is naar mijn mening een volstrekt verdedigbare en heel normale gang van zaken en beslist geen uitzonderlijke toestand. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten, onder aantekening dat de heren Ten Wolde, Taks, Dees, Koertshuis en Van Asseldonk ge acht willen worden te hebben tegengestemd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 464